Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hevigheid (Nederlands) in het Frans

hevigheid:

hevigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de hevigheid (intensiteit; kracht; heftigheid; felheid)
    la force; l'intensité; la fougue; la passion; le feu; l'ardeur; la véhémence; la violence; la verve
    • force [la ~] zelfstandig naamwoord
    • intensité [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fougue [la ~] zelfstandig naamwoord
    • passion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • feu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • ardeur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • véhémence [la ~] zelfstandig naamwoord
    • violence [la ~] zelfstandig naamwoord
    • verve [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hevigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ardeur felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht aandrang; aandrift; ambitie; animo; belangstelling; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; devotie; doortastendheid; drang; drift; eerzucht; elan; energie; enthousiasme; esprit; fascinatie; felheid; fut; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; hitte; ijver; ijverigheid; interesse; inzet; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; onrustigheid; onstuimigheid; overgave; passie; pit; puf; temperament; toegewijdheid; toewijding; trouw; turbulentie; uitbundigheid; uitgelatenheid; vlam; vlijt; vlijtigheid; vurigheid; vuur; warmte; wellust; werklust; werkzaamheid; woeligheid; zin; zorgzaamheid
feu felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht bevlogenheid; bezieling; brand; enthousiasme; fik; geestdrift; gloed; haardvuur; hartstocht; hartstochtelijkheid; hitte; overgave; passie; schieten; stoplicht; verkeerslicht; vlammenzee; vuren; vurigheid; vuur; vuurtje; vuurzee; warmte
force felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht aandrift; daadkracht; doortastendheid; druk; dwang; dynamiek; energie; esprit; felheid; fermheid; fiksheid; flinkheid; forsheid; fut; geweld; impuls; invloed; kracht; krachtdadigheid; macht; momentum; pressie; prikkel; puf; sterkte; stevigheid; stimulans; vermogen; werklust
fougue felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht bezetenheid; devotie; drift; elan; genegenheid; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; hitte; ijver; inzet; obsessie; onbeheerstheid; onbesuisdheid; onstuimigheid; overgave; passie; pit; temperament; toegewijdheid; toewijding; trouw; turbulentie; vlam; vurigheid; vuur; warmte; woeligheid; zorgzaamheid
intensité felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte
passion felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht animo; belangstelling; bevlogenheid; bezetenheid; bezieling; devotie; drift; enthousiasme; fascinatie; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; gevoeligheid; gloed; hartelijkheid; hartstocht; hartstochtelijkheid; ijver; innigheid; interesse; inzet; jool; leut; liefkozing; lust; obsessie; overgave; passie; plezier; pret; seksuele begeerte; tederheid; toegewijdheid; toewijding; trouw; verlangen; verliefdheid; vurigheid; vuur; wellust; wens; zachtheid; zin; zorgzaamheid
verve felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht bezetenheid; drift; felheid; gedrevenheid; hartstocht; obsessie; passie; vuur
violence felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht agressiviteit; driftigheid; geweld; gewelddaad; gewelddadigheid; geweldpleging; heftigheid; mishandeling; molestatie
véhémence felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht driftigheid; felheid; gedrevenheid; heftigheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feu zaliger

Verwante woorden van "hevigheid":


hevig:

hevig bijvoeglijk naamwoord

  1. hevig (heftig; verwoed; fel)
    vif; vive; véhément; violemment; violent
  2. hevig (heftig; krachtig; erg; fel)
    intensément; vif; fortement; fort; véhément; intense; vivement
  3. hevig (heftig)
    fortement; violemment
  4. hevig (heftig)
    impétueusement; impétuex; violent; véhément; violemment
  5. hevig (heftig; intens)
    aigu; fortement; intensément; vif; intense; vive; fort; vivement
  6. hevig (brandend; vurig; warm; )
    brûlant; enflammé; intense; de feu; avec ferveur; passionné; ardent; enthousiaste; fervent; ardemment

Vertaal Matrix voor hevig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fervent dweper; fanaat; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brûlant heet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aigu heftig; hevig; intens acuut; beklemmend; doordringend; fel; grievend; hanig; hard; hoog; indringend; knellend; krenkend; kwetsend; messcherp; nijpend; pinnig; puntig; schel; schel klinkend; scherp; scherpklinkend; schril; smartelijk; snerpend; snibbig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; vinnig; vlijmend
ardemment brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
ardent brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm brandend; fervent; geil; gepassioneerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warmbloedig
avec ferveur brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
brûlant brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm adembenemend; benauwd; bloedheet; boeiend; brandend; branderig; broeierig; geil; gepassioneerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hitsig; meeslepend; opgewonden; opwindend; pakkend; seksueel opgewonden; sensationeel; smoorheet; spannend; stormachtig; temperamentvol; vlammend; vurig; warmbloedig; zinderend; zwoel
de feu brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm
enflammé brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gepassioneerd; gloedvol; hartstochtelijk; heetbloedig; ontvlamd; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
enthousiaste brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gloedvol; hooggestemd; verhit; vurig
fervent brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm bezeten; bitter; bitter van smaak; dweepziek; dweperig; fanatiek; fel; fervent; hanig; heftig; onbeheerst; onstuimig; pinnig; scherp; snibbig; verhit; vinnig; vlijmend; vurig
fort erg; fel; heftig; hevig; intens; krachtig behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; excessief; extreem; fantastisch; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer; zwaarlijvig
fortement erg; fel; heftig; hevig; intens; krachtig behoorlijk; danig; duchtig; flink; hoogst; intens; intensief; stoer; ten zeerste; uitermate
impétueusement heftig; hevig heftig; onbeheerst; onstuimig
impétuex heftig; hevig
intense brandend; erg; fel; fonkelend; gloeiend; heftig; hevig; intens; krachtig; vurig; warm angstvallig; fel; hanig; heftig; intens; intensief; nauwlettend; onbeheerst; onstuimig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend; zorgvuldig
intensément erg; fel; heftig; hevig; intens; krachtig intens; intensief
passionné brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm bevlogen; bezetene; bezield; enthousiast; fanatieke; fel; fervent; geboeid; geestdriftig; gefascineerd; geil; gepassioneerd; geïntrigeerd; gloedvol; hanig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heftig; hitsig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; opgewonden; pinnig; scherp; seksueel opgewonden; snibbig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vinnig; vlijmend; vurig; warmbloedig
vif erg; fel; heftig; hevig; intens; krachtig; verwoed actief; ad rem; adrem; alert; beweeglijk; bezet; bijdehand; bitter; bitter van smaak; blij; blijmoedig; dapper; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; fel; ferm; flink; flitsend; geagiteerd; gevat; hanig; heftig; hel; hip; intens; intensief; kien; kittig; levendig; levenskrachtig; levenslustig; modieus; moedig; monter; moreel sterk; onbeheerst; ongeblust; onstuimig; opgetogen; opgewekt; oplettend; pienter; pinnig; raak; rap; scherp; scherpzinnig; slagvaardig; slim; snedig; snel; snibbig; spits; spitsvondig; tierig; trendy; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit; vinnig; vitaal; vlijmend; vlot; vlug; vrolijk; wakker
violemment fel; heftig; hevig; verwoed agressief; gewelddadig; hard; hardhandig; heftig; intens; intensief; onbeheerst; onstuimig; onzacht; ruw
violent fel; heftig; hevig; verwoed aanrandend; agressief; bitter; bitter van smaak; fel; gewelddadig; geweldig; hanig; hard; hardhandig; hoog; intens; intensief; kokend; onzacht; pinnig; ruw; schel; scherp; schril; snerpend; snibbig; vinnig; vlijmend; ziedend
vive fel; heftig; hevig; intens; verwoed actief; ad rem; adrem; beweeglijk; bezet; bijdehand; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; flitsend; gevat; hip; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; raak; slagvaardig; snedig; snel; tierig; trendy; vlot; vrolijk; wakker
vivement erg; fel; heftig; hevig; intens; krachtig actief; ad rem; beweeglijk; blij; blijmoedig; dartel; dynamisch; energiek; intens; intensief; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; slagvaardig; tierig; vrolijk; wakker
véhément erg; fel; heftig; hevig; krachtig; verwoed geweldig; heftig; onbeheerst; onstuimig

Verwante woorden van "hevig":

  • hevigheid, heviger, hevigere, hevigst, hevigste, hevige

Verwante definities voor "hevig":

  1. erg sterk of fel1
    • het heeft hevig geonweerd1

Wiktionary: hevig


Cross Translation:
FromToVia
hevig affres de la mort; calvaire; angoisse de la mort; croix anguish — extreme pain