Nederlands
Uitgebreide vertaling voor herleven (Nederlands) in het Frans
herleven:
-
herleven (weer oprijzen; herrijzen)
revivre; ressusciter; renaître; se relever-
revivre werkwoord (revis, revit, revivons, revivez, revivent, revivais, revivait, revivions, reviviez, revivaient, revécus, revécut, revécûmes, revécûtes, revécurent, revivrai, revivras, revivra, revivrons, revivrez, revivront)
-
ressusciter werkwoord (ressuscite, ressuscites, ressuscitons, ressuscitez, ressuscitent, ressuscitais, ressuscitait, ressuscitions, ressuscitiez, ressuscitaient, ressuscitai, ressuscitas, ressuscita, ressuscitâmes, ressuscitâtes, ressuscitèrent, ressusciterai, ressusciteras, ressuscitera, ressusciterons, ressusciterez, ressusciteront)
-
renaître werkwoord (renais, renaît, renaissons, renaissez, renaissent, renaissais, renaissait, renaissions, renaissiez, renaissaient, renaquis, renaquit, renaquîmes, renaquîtes, renaquirent, renaîtrai, renaîtras, renaîtra, renaîtrons, renaîtrez, renaîtront)
-
se relever werkwoord
-
-
herleven (weer krachtig worden; opleven)
Conjugations for herleven:
o.t.t.
- herleef
- herleeft
- herleeft
- herleven
- herleven
- herleven
o.v.t.
- herleefde
- herleefde
- herleefde
- herleefden
- herleefden
- herleefden
v.t.t.
- heb herleefd
- hebt herleefd
- heeft herleefd
- hebben herleefd
- hebben herleefd
- hebben herleefd
v.v.t.
- had herleefd
- had herleefd
- had herleefd
- hadden herleefd
- hadden herleefd
- hadden herleefd
o.t.t.t.
- zal herleven
- zult herleven
- zal herleven
- zullen herleven
- zullen herleven
- zullen herleven
o.v.t.t.
- zou herleven
- zou herleven
- zou herleven
- zouden herleven
- zouden herleven
- zouden herleven
diversen
- herleef!
- herleeft!
- herleefd
- herlevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor herleven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
renaître | herleven; herrijzen; weer oprijzen | |
reprendre ses forces | herleven; opleven; weer krachtig worden | |
ressusciter | herleven; herrijzen; weer oprijzen | wederopstaan; weer opstaan |
revivre | herleven; herrijzen; weer oprijzen | bekomen; zich hervinden |
se relever | herleven; herrijzen; weer oprijzen | wederopstaan; weer opstaan |
se réanimer | herleven; opleven; weer krachtig worden |