Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal hengel

Vertaal hengel van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

hengel:
- canne à pêche
hengelen:
- pêcher; pêcher à la ligne
- pêche à la ligne; pêche
Wiktionary:
- hengel → canne
- hengel → canne à pêche
- hengelen → pêcher, faire la pêche

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hengel (Nederlands) in het Frans

hengel:

hengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de hengel (vishengel)
la canne à pêche
- canne à pêche [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hengel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
canne à pêche	hengel; vishengel	hengelstok

Verwante woorden van "hengel":

hengelen, hengels, hengeltje, hengeltjes

Wiktionary: hengel

hengel

noun

Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.
- canne → hengel; staf; stok

Cross Translation:

From	To	Via
• hengel	→ canne à pêche	↔ fishing rod — rod used for angling

hengel vorm van hengelen:

hengelen werkwoord (hengel, hengelt, hengelde, hengelden, gehengeld)

hengelen (visvangen; vissen)
pêcher; pêcher à la ligne
- pêcher werkwoord (pêche, pêches, pêchons, pêchez, pêchent, pêchais, pêchait, pêchions, pêchiez, pêchaient, pêchai, pêchas, pêcha, pêchâmes, pêchâtes, pêchèrent, pêcherai, pêcheras, pêchera, pêcherons, pêcherez, pêcheront)
- pêcher à la ligne werkwoord

Conjugations for hengelen:

o.t.t.

hengel
hengelt
hengelt
hengelen
hengelen
hengelen

o.v.t.

hengelde
hengelde
hengelde
hengelden
hengelden
hengelden

v.t.t.

heb gehengeld
hebt gehengeld
heeft gehengeld
hebben gehengeld
hebben gehengeld
hebben gehengeld

v.v.t.

had gehengeld
had gehengeld
had gehengeld
hadden gehengeld
hadden gehengeld
hadden gehengeld

o.t.t.t.

zal hengelen
zult hengelen
zal hengelen
zullen hengelen
zullen hengelen
zullen hengelen

o.v.t.t.

zou hengelen
zou hengelen
zou hengelen
zouden hengelen
zouden hengelen
zouden hengelen

diversen

hengel!
hengelt!
gehengeld
hengelend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

hengelen [znw.] zelfstandig naamwoord

hengelen (hengelsport; vissen)
la pêche à la ligne; la pêche
- pêche à la ligne [la ~] zelfstandig naamwoord
- pêche [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hengelen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pêche	hengelen; hengelsport; vissen	perzik; visplaats; vissen als bedrijf; visserij; visvangst; viswater
pêche à la ligne	hengelen; hengelsport; vissen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pêcher	hengelen; vissen; visvangen
pêcher à la ligne	hengelen; vissen; visvangen

Verwante woorden van "hengelen":

hengel

Wiktionary: hengelen

Cross Translation:

From	To	Via
• hengelen	→ pêcher; faire la pêche	↔ fish — intransitive: to try to catch fish

Computer vertaling door derden: