Nederlands
Uitgebreide vertaling voor heilig (Nederlands) in het Frans
heilig:
-
heilig (gewijd)
sacré; saint; saintement-
sacré bijvoeglijk naamwoord
-
saint bijvoeglijk naamwoord
-
saintement bijvoeglijk naamwoord
-
-
heilig (verheerlijkt; glorierijk; zalig)
sacré; glorifié; glorieux; glorieusement; saint; saintement-
sacré bijvoeglijk naamwoord
-
glorifié bijvoeglijk naamwoord
-
glorieux bijvoeglijk naamwoord
-
glorieusement bijvoeglijk naamwoord
-
saint bijvoeglijk naamwoord
-
saintement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor heilig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
saint | gildepatroon; heilige; sint | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
glorieusement | glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig | betoverend; fonkelend; glinsterend; glorierijk; luisterrijk; magnifiek; prachtig; roemrijk; roemvol; schitterend |
glorieux | glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig | betoverend; fier; flink; fonkelend; glinsterend; glorierijk; glorieus; groots; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; prachtig; prat; roemrijk; roemvol; schitterend; trots |
glorifié | glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig | |
sacré | gewijd; glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig | bliksems; drommels; herderlijk; met betrekking tot herders; verdraaid; verduiveld |
saint | gewijd; glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig | herderlijk; met betrekking tot herders |
saintement | gewijd; glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig |
Verwante woorden van "heilig":
Verwante definities voor "heilig":
heiligen:
-
heiligen (inzegenen; wijden; zegenen; inwijden)
bénir; consacrer; sanctifier; donner la bénédiction-
bénir werkwoord (bénis, bénit, bénissons, bénissez, bénissent, bénissais, bénissait, bénissions, bénissiez, bénissaient, bénîmes, bénîtes, bénirent, bénirai, béniras, bénira, bénirons, bénirez, béniront)
-
consacrer werkwoord (consacre, consacres, consacrons, consacrez, consacrent, consacrais, consacrait, consacrions, consacriez, consacraient, consacrai, consacras, consacra, consacrâmes, consacrâtes, consacrèrent, consacrerai, consacreras, consacrera, consacrerons, consacrerez, consacreront)
-
sanctifier werkwoord (sanctifie, sanctifies, sanctifions, sanctifiez, sanctifient, sanctifiais, sanctifiait, sanctifiions, sanctifiiez, sanctifiaient, sanctifiai, sanctifias, sanctifia, sanctifiâmes, sanctifiâtes, sanctifièrent, sanctifierai, sanctifieras, sanctifiera, sanctifierons, sanctifierez, sanctifieront)
-
donner la bénédiction werkwoord
-
Conjugations for heiligen:
o.t.t.
- heilig
- heiligt
- heiligt
- heiligen
- heiligen
- heiligen
o.v.t.
- heiligde
- heiligde
- heiligde
- heiligden
- heiligden
- heiligden
v.t.t.
- heb geheiligd
- hebt geheiligd
- heeft geheiligd
- hebben geheiligd
- hebben geheiligd
- hebben geheiligd
v.v.t.
- had geheiligd
- had geheiligd
- had geheiligd
- hadden geheiligd
- hadden geheiligd
- hadden geheiligd
o.t.t.t.
- zal heiligen
- zult heiligen
- zal heiligen
- zullen heiligen
- zullen heiligen
- zullen heiligen
o.v.t.t.
- zou heiligen
- zou heiligen
- zou heiligen
- zouden heiligen
- zouden heiligen
- zouden heiligen
en verder
- ben geheiligd
- bent geheiligd
- is geheiligd
- zijn geheiligd
- zijn geheiligd
- zijn geheiligd
diversen
- heilig!
- heiligt!
- geheiligd
- heiligend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor heiligen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bénir | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | |
consacrer | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | aangrijpen; aanwenden; benutten; gebruiken; toepassen |
donner la bénédiction | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | |
sanctifier | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen |