Nederlands
Uitgebreide vertaling voor heiden (Nederlands) in het Frans
heiden:
-
de heiden (ongelovige)
Vertaal Matrix voor heiden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
païen | heiden; ongelovige | |
païenne | heiden; ongelovige | |
- | ongelovige | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
païen | afgodsdienstig; bijgelovig; heidens; niet religieus; ongelovig; ongodsdienstig; onkerkelijk |
Verwante woorden van "heiden":
heien:
-
heien
enfoncer des pilotis; enfoncer-
enfoncer des pilotis werkwoord
-
enfoncer werkwoord (enfonce, enfonces, enfonçons, enfoncez, enfoncent, enfonçais, enfonçait, enfoncions, enfonciez, enfonçaient, enfonçai, enfonças, enfonça, enfonçâmes, enfonçâtes, enfoncèrent, enfoncerai, enfonceras, enfoncera, enfoncerons, enfoncerez, enfonceront)
-
Conjugations for heien:
o.t.t.
- hei
- heit
- heit
- heien
- heien
- heien
o.v.t.
- heide
- heide
- heide
- heiden
- heiden
- heiden
v.t.t.
- heb geheid
- hebt geheid
- heeft geheid
- hebben geheid
- hebben geheid
- hebben geheid
v.v.t.
- had geheid
- had geheid
- had geheid
- hadden geheid
- hadden geheid
- hadden geheid
o.t.t.t.
- zal heien
- zult heien
- zal heien
- zullen heien
- zullen heien
- zullen heien
o.v.t.t.
- zou heien
- zou heien
- zou heien
- zouden heien
- zouden heien
- zouden heien
en verder
- is geheid
- zijn geheid
diversen
- hei!
- heit!
- geheid
- heiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor heien:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
enfoncer | heien | aanslaan; doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; indrukken; induwen; inheien; inkloppen; intikken; intoetsen; intypen; kraken; losbreken; naar beneden drukken; neerdrukken; openbreken; openhakken; opentrappen; taxeren |
enfoncer des pilotis | heien |