Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. hechtheid:
  2. hecht:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hechtheid (Nederlands) in het Frans

hechtheid:

hechtheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de hechtheid (stevigheid; soliditeit; vastheid)
    la fermeté; la ténacité; la cohésion; la solidité; la stabilité; la consistance

Vertaal Matrix voor hechtheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cohésion hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid band; cohesie; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
consistance hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid band; corpulentie; correlatie; dikte; gezetheid; lijvigheid; onverbrekelijkheid; relatie; samenhang; verband; verbinding; zwaarlijvigheid
fermeté hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid beslistheid; betrouwbaarheid; dapperheid; degelijkheid; deugdelijkheid; fermheid; flinkheid; forsheid; gewisheid; koenheid; kordaatheid; kranigheid; moed; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onvermurwbaarheid; onversaagdheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; pertinentie; soliditeit; standvastigheid; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
solidité hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid betrouwbaarheid; dapperheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; dynamiek; eerbaarheid; energie; felheid; fermheid; fiksheid; gedegenheid; gehardheid; gestaaldheid; goede kwaliteit; koenheid; kracht; moed; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onversaagdheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; soliditeit; sterkte; stevigheid; stoerheid
stabilité hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid beslistheid; bestand zijn; bestendigheid; degelijkheid; deugdelijkheid; duurzaamheid; gedegenheid; goede kwaliteit; onomstotelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; stabiliteit; standvastigheid; vastberadenheid
ténacité hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid aanhouden; beslistheid; doorzettingsvermogen; standvastigheid; taaiheid; trekvastheid; uithouding; uithoudingsvermogen; vastberadenheid; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding

Verwante woorden van "hechtheid":


hecht:

hecht bijvoeglijk naamwoord

  1. hecht
    solide; résistant; stable

Vertaal Matrix voor hecht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
résistant verzetsstrijder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
résistant hecht bestand tegen; bestendig; betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; duurzame; opgewassen tegen; solide; stevig
solide hecht aannemelijk; behoorlijk; bestendig; betrouwbaar; danig; dapper; degelijk; degelijke; deugdelijk; doorwrocht; duchtig; ferm; fiks; flink; fors; gedegen; gefundeerd; gegrond; kordaat; logisch; moedig; moreel sterk; onderlegd; onveranderlijk; op goede gronden steunend; potig; robuust; solide; standvastig; steekhoudend; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; van goede hoedanigheid
stable hecht bestendig; duurzaam; duurzame; ferm; fiks; flink; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; onveranderlijk; stabiel; stevig

Verwante woorden van "hecht":

  • hechtheid, hechter, hechtere, hechtst, hechtste, hechte

Wiktionary: hecht

hecht
adjective
  1. Qui a de la consistance, de la dureté.
  2. Qui est fort, vigoureux, résistant.
  3. physique|fr Qui a de la consistance.

Computer vertaling door derden: