Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- gutsen:
-
Wiktionary:
- gutsen → ruisseler
- gutsen → se déverser
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gutsen (Nederlands) in het Frans
gutsen:
-
het gutsen
-
gutsen (in stromen neerstorten; gulpen)
couler; ruisseler; s'écouler-
couler werkwoord (coule, coules, coulons, coulez, coulent, coulais, coulait, coulions, couliez, coulaient, coulai, coulas, coula, coulâmes, coulâtes, coulèrent, coulerai, couleras, coulera, coulerons, coulerez, couleront)
-
ruisseler werkwoord (ruisselle, ruisselles, ruisselons, ruisselez, ruissellent, ruisselais, ruisselait, ruisselions, ruisseliez, ruisselaient, ruisselai, ruisselas, ruissela, ruisselâmes, ruisselâtes, ruisselèrent, ruissellerai, ruisselleras, ruissellera, ruissellerons, ruissellerez, ruisselleront)
-
s'écouler werkwoord
-
Conjugations for gutsen:
o.t.t.
- gutst
- gutsen
o.v.t.
- gutste
- gutsten
v.t.t.
- heeft gegutst
- hebben gegutst
v.v.t.
- had gegutst
- hadden gegutst
o.t.t.t.
- zal gutsen
- zullen gutsen
o.v.t.t.
- zou gutsen
- zouden gutsen
en verder
- is gegutst
- zijn gegutst
diversen
- guts!
- gutst!
- gegutst
- gutsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor gutsen:
Wiktionary: gutsen
gutsen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gutsen | → se déverser | ↔ pour — to flow, pass or issue in or as a stream |