Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gulpen:
  2. gulp:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gulpen (Nederlands) in het Frans

gulpen:

gulpen werkwoord (gulp, gulpt, gulpte, gulpten, gegulpt)

  1. gulpen (in stromen neerstorten; gutsen)
    couler; ruisseler; s'écouler
    • couler werkwoord (coule, coules, coulons, coulez, )
    • ruisseler werkwoord (ruisselle, ruisselles, ruisselons, ruisselez, )
    • s'écouler werkwoord

Conjugations for gulpen:

o.t.t.
  1. gulp
  2. gulpt
  3. gulpt
  4. gulpen
  5. gulpen
  6. gulpen
o.v.t.
  1. gulpte
  2. gulpte
  3. gulpte
  4. gulpten
  5. gulpten
  6. gulpten
v.t.t.
  1. ben gegulpt
  2. bent gegulpt
  3. is gegulpt
  4. zijn gegulpt
  5. zijn gegulpt
  6. zijn gegulpt
v.v.t.
  1. was gegulpt
  2. was gegulpt
  3. was gegulpt
  4. waren gegulpt
  5. waren gegulpt
  6. waren gegulpt
o.t.t.t.
  1. zal gulpen
  2. zult gulpen
  3. zal gulpen
  4. zullen gulpen
  5. zullen gulpen
  6. zullen gulpen
o.v.t.t.
  1. zou gulpen
  2. zou gulpen
  3. zou gulpen
  4. zouden gulpen
  5. zouden gulpen
  6. zouden gulpen
diversen
  1. gulp!
  2. gulpt!
  3. gegulpt
  4. gulpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gulpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couler afvloeien; wegstromen; wegvloeien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couler gulpen; gutsen; in stromen neerstorten afdruipen; afglijden; aftakelen; afvloeien; afvoeren; afzakken; doen wegvloeien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; galvaniseren; in stralen lopen; inzinken; kelderen; lopen; onder water gaan; ondergaan; sijpelen; stromen; uitdruppelen; vervallen; verzinken; vlieden; vloeien; vluchten; wegglijden; weglekken; wegstromen; wegvloeien; wegvluchten; wegzinken; zakken; zinken
ruisseler gulpen; gutsen; in stromen neerstorten afdruipen; afvloeien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; golven; golvend bewegen; in straaltjes afdruipen; in stralen lopen; sijpelen; uitdruppelen; vloeien; wegstromen; wegvloeien
s'écouler gulpen; gutsen; in stromen neerstorten aflopen; afvloeien; in stralen lopen; lopen; stromen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; vlieden; vloeien; vluchten; voorbijgaan; wegstromen; wegvloeien; wegvluchten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'écouler uitkomen; uitstromen

Verwante woorden van "gulpen":


gulp:

gulp [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gulp (broeksgulp)
    la braguette

Vertaal Matrix voor gulp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
braguette broeksgulp; gulp

Verwante woorden van "gulp":


Wiktionary: gulp

gulp
noun
  1. een door een strook stof afgesloten opening aan de voorzijde van een broek van de man, bedoeld om het plassen te vergemakkelijken
gulp
noun
  1. ouverture sur le devant d’un pantalon, d’une culotte d’homme.
  2. Masse d’eau agitée

Cross Translation:
FromToVia
gulp braguette fly — strip that hides the opening of trousers/pants or underpants