Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- grom:
- grommen:
-
Wiktionary:
- grom → feulement, grognement
- grommen → crier, grogner, hurler
- grommen → grogner, gronder, feuler, ronchonner, bougonner, grommeler, gargouillement, grondement, gargouiller
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor grom (Nederlands) in het Frans
grom:
Vertaal Matrix voor grom:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grognement | grauw; grom; snauw | gebrom; gegrom; gejammer; geklaag; geknor; gelamenteer; gemopper; knor |
grondement | grauw; grom; snauw | bonzen; daveren; denderen; donderen; dreun; dreunen; gebrom; gebrul; gebulder; gedreun; gegrom; gejammer; geklaag; geknor; gelamenteer; geloei; gemopper; geraas; geronk; gesnurk; klap; knal; kwak; loeien van de wind; ontlading; plotselinge uitbarsting; rommeling; smak; smakken; smakkend eten; uitbarsting; vulkaanuitbarsting |
Verwante woorden van "grom":
Wiktionary: grom
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• grom | → feulement; grognement | ↔ growl — deep threatening sound |
• grom | → grognement | ↔ grunt — A short, snorting sound, often to show disapproval, or used as a reply when one is reluctant to speak |
grom vorm van grommen:
-
grommen
grogner; gronder; grommeler-
grogner werkwoord (grogne, grognes, grognons, grognez, grognent, grognais, grognait, grognions, grogniez, grognaient, grognai, grognas, grogna, grognâmes, grognâtes, grognèrent, grognerai, grogneras, grognera, grognerons, grognerez, grogneront)
-
gronder werkwoord (gronde, grondes, grondons, grondez, grondent, grondais, grondait, grondions, grondiez, grondaient, grondai, grondas, gronda, grondâmes, grondâtes, grondèrent, gronderai, gronderas, grondera, gronderons, gronderez, gronderont)
-
grommeler werkwoord (grommelle, grommelles, grommelons, grommelez, grommellent, grommelais, grommelait, grommelions, grommeliez, grommelaient, grommelai, grommelas, grommela, grommelâmes, grommelâtes, grommelèrent, grommellerai, grommelleras, grommellera, grommellerons, grommellerez, grommelleront)
-
Conjugations for grommen:
o.t.t.
- grom
- gromt
- gromt
- grommen
- grommen
- grommen
o.v.t.
- gromde
- gromde
- gromde
- gromden
- gromden
- gromden
v.t.t.
- heb gegromd
- hebt gegromd
- heeft gegromd
- hebben gegromd
- hebben gegromd
- hebben gegromd
v.v.t.
- had gegromd
- had gegromd
- had gegromd
- hadden gegromd
- hadden gegromd
- hadden gegromd
o.t.t.t.
- zal grommen
- zult grommen
- zal grommen
- zullen grommen
- zullen grommen
- zullen grommen
o.v.t.t.
- zou grommen
- zou grommen
- zou grommen
- zouden grommen
- zouden grommen
- zouden grommen
diversen
- grom!
- gromt!
- gegromd
- grommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor grommen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grogner | grommen | brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; misnoegen uiten; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen |
grommeler | grommen | brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mompelen; mopperen; morren; murmelen; murmeren; op vuur pruttelen; over iets mopperen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen; zoemen |
gronder | grommen | aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; brommen; brullen; fulmineren; het uitgillen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kankeren; klagen; klateren; knallen; knorren; knorrend geluid maken; kwalijk nemen; laken; mopperen; morren; nadragen; op vuur pruttelen; over iets mopperen; pruttelen; razen; smoren; stoffen; sudderen; te keer gaan; tekeergaan; terechtwijzen; tieren; uitroepen; uitschreeuwen; vermanen; voor de voeten gooien |
Verwante woorden van "grommen":
Wiktionary: grommen
grommen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• grommen | → grogner; gronder; feuler; ronchonner; bougonner; grommeler | ↔ growl — to utter a deep guttural sound |
• grommen | → gargouillement; grondement | ↔ grumble — the sound made by a hungry stomach |
• grommen | → gronder | ↔ grumble — to make a low growling or rumbling animal noise |
• grommen | → gargouiller | ↔ grumble — to make a low growling or rumbling stomach noise |
• grommen | → ronchonner; bougonner | ↔ grumble — to murmur or mutter with discontent |
Computer vertaling door derden: