Nederlands

Uitgebreide vertaling voor groet (Nederlands) in het Frans

groet:

groet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de groet (begroeting; welkomstgroet; saluut)
    le souhait de bienvenue; la salutation; la bienvenue; le salut; le salut d'honneur
  2. de groet (groeten)
    la salutation; le salut
    • salutation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • salut [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de groet (handgebaar)
    la salutation; le salut; le geste de la main

Vertaal Matrix voor groet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bienvenue begroeting; groet; saluut; welkomstgroet receptie; verwelkoming; welkom
geste de la main groet; handgebaar handbeweging
salut begroeting; groet; groeten; handgebaar; saluut; welkomstgroet eregroet; gezegende toestand; heil; heilwens; lijfsbehoud; receptie; verlossing; verwelkoming; voorspoed; welzijn; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening; zielenheil
salut d'honneur begroeting; groet; saluut; welkomstgroet eregroet; militaire groet; saluut
salutation begroeting; groet; groeten; handgebaar; saluut; welkomstgroet militaire groet; receptie; saluut; verwelkoming
souhait de bienvenue begroeting; groet; saluut; welkomstgroet receptie; verwelkoming; welkomstgroeten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bienvenue welkom
salut hallo; hoi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salut dag; hallo; hoi

Verwante woorden van "groet":


Verwante definities voor "groet":

  1. woord of gebaar bij binnenkomen of weggaan1
    • ik eindigde mijn brief met: vriendelijke groeten1

Wiktionary: groet

groet
noun
  1. Action de saluer, salutation

Cross Translation:
FromToVia
groet salut; salutation greeting — acknowledgement of a persons presence or arrival

groet vorm van groeten:

groeten [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de groeten (groet)
    la salutation; le salut
    • salutation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • salut [le ~] zelfstandig naamwoord

groeten werkwoord (groet, groette, groetten, gegroet)

  1. groeten (salueren)
    faire un salut; saluer
    • faire un salut werkwoord
    • saluer werkwoord (salue, salues, saluons, saluez, )
  2. groeten (gedag zeggen; begroeten)
    souhaiter la bienvenue à; dire bonjour; saluer; accueillir
    • dire bonjour werkwoord
    • saluer werkwoord (salue, salues, saluons, saluez, )
    • accueillir werkwoord (accueille, accueilles, accueillons, accueillez, )

Conjugations for groeten:

o.t.t.
  1. groet
  2. groet
  3. groet
  4. groeten
  5. groeten
  6. groeten
o.v.t.
  1. groette
  2. groette
  3. groette
  4. groetten
  5. groetten
  6. groetten
v.t.t.
  1. heb gegroet
  2. hebt gegroet
  3. heeft gegroet
  4. hebben gegroet
  5. hebben gegroet
  6. hebben gegroet
v.v.t.
  1. had gegroet
  2. had gegroet
  3. had gegroet
  4. hadden gegroet
  5. hadden gegroet
  6. hadden gegroet
o.t.t.t.
  1. zal groeten
  2. zult groeten
  3. zal groeten
  4. zullen groeten
  5. zullen groeten
  6. zullen groeten
o.v.t.t.
  1. zou groeten
  2. zou groeten
  3. zou groeten
  4. zouden groeten
  5. zouden groeten
  6. zouden groeten
en verder
  1. ben gegroet
  2. bent gegroet
  3. is gegroet
  4. zijn gegroet
  5. zijn gegroet
  6. zijn gegroet
diversen
  1. groet!
  2. groet!
  3. gegroet
  4. groetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor groeten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salut groet; groeten begroeting; eregroet; gezegende toestand; groet; handgebaar; heil; heilwens; lijfsbehoud; receptie; saluut; verlossing; verwelkoming; voorspoed; welkomstgroet; welzijn; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening; zielenheil
salutation groet; groeten begroeting; groet; handgebaar; militaire groet; receptie; saluut; verwelkoming; welkomstgroet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accueillir begroeten; gedag zeggen; groeten aannemen; aanvaarden; accepteren; binnenhalen; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; in ontvangst nemen; koppelen; onthalen; ontvangen; opvangen; van onderdak voorzien; vergasten; verwelkomen; welkom heten
dire bonjour begroeten; gedag zeggen; groeten
faire un salut groeten; salueren
saluer begroeten; gedag zeggen; groeten; salueren met de hand groeten; zwaaien
souhaiter la bienvenue à begroeten; gedag zeggen; groeten verwelkomen; welkom heten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
salut hallo; hoi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salut dag; hallo; hoi

Verwante woorden van "groeten":


Wiktionary: groeten

groeten
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. donner à quelqu’un une marque extérieure de civilité, de déférence ou de respect, en l’aborder, en le rencontrer, en le quitter.

Cross Translation:
FromToVia
groeten saluer salutierenMilitär: militärisch grüßen, die militärische Ehre erweisen
groeten cordialement regards — greeting at the end of a letter

Verwante vertalingen van groet