Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grensden (Nederlands) in het Frans

grensden vorm van grenzen:

grenzen werkwoord (grens, grenst, grensde, grensden, gegrensd)

  1. grenzen (grenzen aan)
    toucher à; avoisiner; être limitrophe à; toucher; jouxter; être attenant à; côtoyer
    • toucher à werkwoord
    • avoisiner werkwoord (avoisine, avoisines, avoisinons, avoisinez, )
    • toucher werkwoord (touche, touches, touchons, touchez, )
    • jouxter werkwoord
    • être attenant à werkwoord
    • côtoyer werkwoord

Conjugations for grenzen:

o.t.t.
  1. grens
  2. grenst
  3. grenst
  4. grenzen
  5. grenzen
  6. grenzen
o.v.t.
  1. grensde
  2. grensde
  3. grensde
  4. grensden
  5. grensden
  6. grensden
v.t.t.
  1. ben gegrensd
  2. bent gegrensd
  3. is gegrensd
  4. zijn gegrensd
  5. zijn gegrensd
  6. zijn gegrensd
v.v.t.
  1. was gegrensd
  2. was gegrensd
  3. was gegrensd
  4. waren gegrensd
  5. waren gegrensd
  6. waren gegrensd
o.t.t.t.
  1. zal grenzen
  2. zult grenzen
  3. zal grenzen
  4. zullen grenzen
  5. zullen grenzen
  6. zullen grenzen
o.v.t.t.
  1. zou grenzen
  2. zou grenzen
  3. zou grenzen
  4. zouden grenzen
  5. zouden grenzen
  6. zouden grenzen
diversen
  1. grens!
  2. grenst!
  3. gegrensd
  4. grenzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

grenzen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de grenzen (limieten)
    la frontières; la limites; la bornes

Vertaal Matrix voor grenzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bornes grenzen; limieten afrastering; afscherming; begrenzing
frontières grenzen; limieten
limites grenzen; limieten afrastering; afscherming; begrenzing; grens; limiet; uiterste
toucher aanraking; aanslag; contact; gevoelszin; impact; prikkeling; sensatie; tastzin; zintuiglijke gewaarwording
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoisiner grenzen; grenzen aan
côtoyer grenzen; grenzen aan
jouxter grenzen; grenzen aan
toucher grenzen; grenzen aan aangaan; aangrijpen; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanvangen; beginnen; bekomen; beroeren; betasten; betreffen; bevoelen; beïnvloeden; even aanraken; geld in ontvangst nemen; iets verduren; incasseren; innen; ondernemen; ontmoeten; ontroeren; opvangen; raken; slaan op; starten; tegenkomen; toucheren; treffen; van start gaan; verdienen; verkrijgen; verwerven; voelen; zich hervinden
toucher à grenzen; grenzen aan
être attenant à grenzen; grenzen aan
être limitrophe à grenzen; grenzen aan

Verwante woorden van "grenzen":


Wiktionary: grenzen


Cross Translation:
FromToVia
grenzen aboutir; abouter abut — to border on