Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. grendelen:
  2. grendel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grendelen (Nederlands) in het Frans

grendelen:

grendelen werkwoord (grendel, grendelt, grendelde, grendelden, gegrendeld)

  1. grendelen (vergrendelen; locken; afsluiten; )
    verrouiller; boucler; fermer au verrou; clore; fermer
    • verrouiller werkwoord (verrouille, verrouilles, verrouillons, verrouillez, )
    • boucler werkwoord (boucle, boucles, bouclons, bouclez, )
    • fermer au verrou werkwoord
    • clore werkwoord (clos, clot, closent, clorai, )
    • fermer werkwoord (ferme, fermes, fermons, fermez, )

Conjugations for grendelen:

o.t.t.
  1. grendel
  2. grendelt
  3. grendelt
  4. grendelen
  5. grendelen
  6. grendelen
o.v.t.
  1. grendelde
  2. grendelde
  3. grendelde
  4. grendelden
  5. grendelden
  6. grendelden
v.t.t.
  1. heb gegrendeld
  2. hebt gegrendeld
  3. heeft gegrendeld
  4. hebben gegrendeld
  5. hebben gegrendeld
  6. hebben gegrendeld
v.v.t.
  1. had gegrendeld
  2. had gegrendeld
  3. had gegrendeld
  4. hadden gegrendeld
  5. hadden gegrendeld
  6. hadden gegrendeld
o.t.t.t.
  1. zal grendelen
  2. zult grendelen
  3. zal grendelen
  4. zullen grendelen
  5. zullen grendelen
  6. zullen grendelen
o.v.t.t.
  1. zou grendelen
  2. zou grendelen
  3. zou grendelen
  4. zouden grendelen
  5. zouden grendelen
  6. zouden grendelen
en verder
  1. is gegrendeld
  2. zijn gegrendeld
diversen
  1. grendel!
  2. grendelt!
  3. gegrendeld
  4. grendelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor grendelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boucler afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen aangespen; aantrekken; afsluiten; dichtbinden; dichtdoen; dichtgespen; dichtmaken; dichtsnoeren; dichttrekken; gespen; in de krul zetten; kroezen; krullen; omgespen; sluiten; toebinden; toedoen; toegespen; toemaken; toetrekken; vastgespen
clore afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen afsluiten; dichtbinden; dichtdoen; dichtmaken; naar einde toewerken; omheinen; sluiten; toebinden; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken
fermer afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen afbakenen; afpalen; afsluiten; afzetten; begrenzen; blokkeren; dicht maken; dichtbinden; dichtdoen; dichtdraaien; dichtmaken; naar einde toewerken; nullificeren; omlijnen; ondervangen; opheffen; sluiten; stremmen; teniet doen; toebinden; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; verijdelen; vernietigen
fermer au verrou afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen afgrendelen; afschermen
verrouiller afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; vergrendelen afgrendelen; afschermen; afsluiten; dichtdoen; dichtmaken; naar einde toewerken; sluiten; stijf worden; stremmen; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; vergrendelen

Verwante woorden van "grendelen":


Wiktionary: grendelen

grendelen
Cross Translation:
FromToVia
grendelen verrouiller verriegeln — (transitiv) mit einem Riegel verschließen

grendelen vorm van grendel:

grendel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de grendel (verschuifbare sluiting; tong; schuif; schoot)
    la glissière
  2. de grendel (sluitinrichting voor deur of raam; schuif; knip)
    le verrou
    • verrou [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grendel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glissière grendel; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting glijbaan; glijplank
verrou grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam deurknip; knip

Verwante woorden van "grendel":


Verwante definities voor "grendel":

  1. schuif waarmee je de deur afsluit1
    • hij deed de grendel voor de deur1

Wiktionary: grendel

grendel
noun
  1. serrurerie|fr pièce de fer fixer sur une porte ou une fenêtre et qui, pousser dans une gâchette, empêcher d’ouvrir.

Cross Translation:
FromToVia
grendel verrou bolt — sliding pin or bar in a lock

Computer vertaling door derden: