Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gloed:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gloed (Nederlands) in het Frans

gloed:

gloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gloed (warmte; hitte)
    la chaleur; l'ardeur; la fougue; le feu
    • chaleur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ardeur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fougue [la ~] zelfstandig naamwoord
    • feu [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de gloed (schijnsel; schijn; glans; straling)
    la lueur; le lustre
    • lueur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lustre [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de gloed (glans)
    le rougeoiement; le reflets
  4. de gloed (elan; pit; vuur; vlam)
    la ferveur; la fougue; l'ardeur
    • ferveur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fougue [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ardeur [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. de gloed (passie; hartstocht; overgave; )
    la passion; la fougue; la pulsion sexuelle; l'ardeur; le feu; la ferveur
    • passion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fougue [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pulsion sexuelle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ardeur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • feu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • ferveur [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. de gloed
    l'éclat; éclat extérieur

Vertaal Matrix voor gloed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ardeur elan; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; hitte; overgave; passie; pit; vlam; vurigheid; vuur; warmte aandrang; aandrift; ambitie; animo; belangstelling; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; devotie; doortastendheid; drang; drift; eerzucht; energie; enthousiasme; esprit; fascinatie; felheid; fut; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; hartstocht; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; intensiteit; interesse; inzet; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; onrustigheid; onstuimigheid; overgave; passie; puf; temperament; toegewijdheid; toewijding; trouw; turbulentie; uitbundigheid; uitgelatenheid; vlijt; vlijtigheid; vurigheid; vuur; wellust; werklust; werkzaamheid; woeligheid; zin; zorgzaamheid
chaleur gloed; hitte; warmte bronst; krolsheid; loopsheid; onrustigheid; tochtigheid
ferveur elan; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; pit; vlam; vurigheid; vuur animo; belangstelling; drift; fascinatie; geboeidheid; hartstocht; ijver; ijverigheid; interesse; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; passie; temperament; vlijt; vlijtigheid; vurigheid; vuur; werklust; werkzaamheid; zin
feu gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; hitte; overgave; passie; vurigheid; vuur; warmte bevlogenheid; bezieling; brand; enthousiasme; felheid; fik; geestdrift; haardvuur; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; schieten; stoplicht; verkeerslicht; vlammenzee; vuren; vuur; vuurtje; vuurzee
fougue elan; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; hitte; overgave; passie; pit; vlam; vurigheid; vuur; warmte bezetenheid; devotie; drift; felheid; genegenheid; hartstocht; heftigheid; hevigheid; ijver; intensiteit; inzet; kracht; obsessie; onbeheerstheid; onbesuisdheid; onstuimigheid; overgave; passie; temperament; toegewijdheid; toewijding; trouw; turbulentie; vurigheid; vuur; woeligheid; zorgzaamheid
lueur glans; gloed; schijn; schijnsel; straling deemstering; flakkering; flikkering; geflikker; glans; glimp; halfdonker; luister; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht; schijn; schitteren; schittering; signaalvlam; sprankeltje; vleug; vleugje; vonkje
lustre glans; gloed; schijn; schijnsel; straling glans; hanglamp; kroonjaar; luister; lustrum; praal; pracht; pronk; schitteren; vijfjaarlijks feest
passion gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur animo; belangstelling; bevlogenheid; bezetenheid; bezieling; devotie; drift; enthousiasme; fascinatie; felheid; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; gevoeligheid; hartelijkheid; hartstocht; heftigheid; hevigheid; ijver; innigheid; intensiteit; interesse; inzet; jool; kracht; leut; liefkozing; lust; obsessie; overgave; passie; plezier; pret; seksuele begeerte; tederheid; toegewijdheid; toewijding; trouw; verlangen; verliefdheid; vuur; wellust; wens; zachtheid; zin; zorgzaamheid
pulsion sexuelle gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur drift; genoegen; genot; jool; leut; lust; plezier; pret; seksuele begeerte; wellust
reflets glans; gloed reflectie; spiegelbeeld; spiegeling; weerkaatsing; weerschijn; weerspiegeling
rougeoiement glans; gloed
éclat gloed blinken; deining; diggel; dreun; emotionele uitval; flakker; flakkering; flikkering; flonkering; fonkeling; geflikker; gefonkel; geglinster; glans; glanzen; glimmen; glinstering; haarkrul; klap; knal; krul; kwak; luister; ontlading; ophef; plotselinge uitbarsting; scherf; schijn; schitteren; schittering; smak; splinter; uitbarsten; uitbarsting; uitval; vonk; vulkaanuitbarsting
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
éclat extérieur gloed
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feu zaliger

Wiktionary: gloed

gloed
Cross Translation:
FromToVia
gloed verve Verve — Schwung, Begeisterung bei einer Tätigkeit, insbesondere der eines Künstlers