Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. giek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor giek (Nederlands) in het Frans

giek:

giek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de giek (kluiver; laadboom)
    la flèche; l'yole
    • flèche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • yole [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor giek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flèche giek; kluiver; laadboom hijsarm; lastarm; pijl; schimpscheut; torenspits
yole giek; kluiver; laadboom jol

Verwante woorden van "giek":

  • gieken

Wiktionary: giek

giek
noun
  1. rondhout bevestigd aan het onderlijk van een zeil
  2. bij een wegwijzer het hout dwars op de paal
giek
noun
  1. barre rigide prendre appui en bas du mât d'un bateau à voile et sur laquelle est fixée la partie inférieure de la grand-voile, ce qui permet de l'orienter.
  2. marine|fr perche qui soutenir une voile.