Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bord
|
einder; gezichtseinder; horizon; kim
|
boordsel; flank; galon; kant; omzoming; oplegsel; passement; rand; richel; rivierkant; rivieroever; zijde; zijde van een schip; zijkant
|
cloche
|
einder; gezichtseinder; horizon; kim
|
bel; boerenhuis; deksel; dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; dop; flierefluiter; geitenbreier; kaasstolp; klok; klokje; klooi; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leeghoofdje; leegloper; lijntrekker; luidklok; nietsnut; pendule; polshorloge; schel; slampamper; slapkous; stolp; stolphuis; stulpkooi; sufferdje; torenklok; uurwerk; zakhorloge; zakuurwerk
|
clochette
|
einder; gezichtseinder; horizon; kim
|
bel; klein klokje; kleine klok; klokje; polshorloge; schel; tikkend uurwerk; tikker; tikkertje; zakhorloge; zakuurwerk
|
horizon
|
einder; gezichtseinder; horizon; kim
|
|
rive
|
einder; gezichtseinder; horizon; kim
|
flank; oever; rivierkant; rivieroever; rivierzoom; wal; waterkant; zijde; zijde van een schip; zijkant
|
sonnerie
|
einder; gezichtseinder; horizon; kim
|
bel; bellen; belsignaal; beltoon; carillon; gebeier; gelui; gerinkel; klokgelui; klokje; klokkenspel; klokslag; opbellen; overgaan; polshorloge; schel; trompetsignaal; wekker; wektoestel; zakhorloge; zakuurwerk
|
sonnette
|
einder; gezichtseinder; horizon; kim
|
bel; beller; carillonspeler; deurbel; handbel; heiblok; heimachine; heistelling; huisbel; klokje; luider; polshorloge; schel; zakhorloge; zakuurwerk
|
timbre
|
einder; gezichtseinder; horizon; kim
|
inktstempel; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; plakzegel; spaarzegel; stemgeluid; stempel; timbre; toon; toonkleur; zegel
|