Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal gewinnen

Vertaal gewinnen van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

gewinnen:
- gagner
gewin:
- bénéfice; profit; gain; avantage
Wiktionary:
- gewin → avantage, bénéfice, lucre
- gewin → gain, profit

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gewinnen (Nederlands) in het Frans

gewinnen:

gewinnen werkwoord

gewinnen
gagner
- gagner werkwoord (gagne, gagnes, gagnons, gagnez, gagnent, gagnais, gagnait, gagnions, gagniez, gagnaient, gagnai, gagnas, gagna, gagnâmes, gagnâtes, gagnèrent, gagnerai, gagneras, gagnera, gagnerons, gagnerez, gagneront)

Vertaal Matrix voor gewinnen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gagner	gewinnen	behalen; bekruipen; besparen; binnenbrengen; binnenhalen; de overwinning behalen; eigen maken; geld besparen; halen; het gevoel krijgen; iets bemachtigen; kopen; matigen; minder gebruiken; overmannen; overmeesteren; overweldigen; overwinnen; pakken; te boven komen; te pakken krijgen; verdienen; verkrijgen; verslaan; verwerven; winnen; zegevieren; zich meester maken van

Verwante woorden van "gewinnen":

gewin

gewinnen vorm van gewin:

gewin [het ~] zelfstandig naamwoord

het gewin (profijt; baat; winst)
le bénéfice; le profit; le gain; l'avantage
- bénéfice [le ~] zelfstandig naamwoord
- profit [le ~] zelfstandig naamwoord
- gain [le ~] zelfstandig naamwoord
- avantage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gewin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avantage	baat; gewin; profijt; winst	bruikbaarheid; doel; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; oogst; opbrengst; overhand; pluspunt; product; rendement; uitkomst; vergoeding; voordeeltje; voortbrengsel; waarde; zin
bénéfice	baat; gewin; profijt; winst	begunstiging; nut; oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde; winst
gain	baat; gewin; profijt; winst	nut; oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde
profit	baat; gewin; profijt; winst	benutting; bruikbaarheid; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde; winst

Verwante woorden van "gewin":

gewinnen

Wiktionary: gewin

gewin

noun

Utilité, profit, faveur, bénéfice.
- avantage → baat; belang; gewin; profijt; voordeel; winst; pré
commerce|fr gain, profit.
- bénéfice → baat; gewin; verdienste; winst
profit plus ou moins licite que l'on rechercher dans une entreprise.
- lucre → winst; voordeel; gewin

Cross Translation:

From	To	Via
• gewin	→ gain; profit	↔ lucre — profit

Computer vertaling door derden: