Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- gewaardeerd:
- waarderen:
-
Wiktionary:
- gewaardeerd → méritant, valoir la peine
- waarderen → aimer, apprécier, estimer, taxer, évaluer
- waarderen → reconnaissant, respecter
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gewaardeerd (Nederlands) in het Frans
gewaardeerd:
-
gewaardeerd
-
gewaardeerd (gerespecteerd; geacht; geëerde; geëerd)
Vertaal Matrix voor gewaardeerd:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
estimé | geacht; gerespecteerd; gewaardeerd; geëerd; geëerde | bepaald; een zekere; gelauwerd; geprezen; geschat; gevierd; gezegend; populair; zeer geachte |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apprécié | geacht; gerespecteerd; gewaardeerd; geëerd; geëerde | hooggeschat; op prijs gesteld |
honoré | geacht; gerespecteerd; gewaardeerd; geëerd; geëerde | hooggeacht; hooggeëerd |
illustre | geacht; gerespecteerd; gewaardeerd; geëerd; geëerde | aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; deftig; doorluchtig; doorluchtige; erkend; fier; gedistingeerd; gerenommeerd; gevierd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; populair; roemrucht; statig; trots; verheven; voornaam; vorstelijk |
respecté | geacht; gerespecteerd; gewaardeerd; geëerd; geëerde | aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam |
Wiktionary: gewaardeerd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gewaardeerd | → méritant; valoir la peine | ↔ worth — deserving of |
gewaardeerd vorm van waarderen:
-
waarderen (op prijs stellen; appreciëren)
apprécier; estimer; considérer; respecter; être respectueux; révérer; honorer; vénérer-
apprécier werkwoord (apprécie, apprécies, apprécions, appréciez, apprécient, appréciais, appréciait, appréciions, appréciiez, appréciaient, appréciai, apprécias, apprécia, appréciâmes, appréciâtes, apprécièrent, apprécierai, apprécieras, appréciera, apprécierons, apprécierez, apprécieront)
-
estimer werkwoord (estime, estimes, estimons, estimez, estiment, estimais, estimait, estimions, estimiez, estimaient, estimai, estimas, estima, estimâmes, estimâtes, estimèrent, estimerai, estimeras, estimera, estimerons, estimerez, estimeront)
-
considérer werkwoord (considère, considères, considérons, considérez, considèrent, considérais, considérait, considérions, considériez, considéraient, considérai, considéras, considéra, considérâmes, considérâtes, considérèrent, considérerai, considéreras, considérera, considérerons, considérerez, considéreront)
-
respecter werkwoord (respecte, respectes, respectons, respectez, respectent, respectais, respectait, respections, respectiez, respectaient, respectai, respectas, respecta, respectâmes, respectâtes, respectèrent, respecterai, respecteras, respectera, respecterons, respecterez, respecteront)
-
être respectueux werkwoord
-
révérer werkwoord (révère, révères, révérons, révérez, révèrent, révérais, révérait, révérions, révériez, révéraient, révérai, révéras, révéra, révérâmes, révérâtes, révérèrent, révérerai, révéreras, révérera, révérerons, révérerez, révéreront)
-
honorer werkwoord (honore, honores, honorons, honorez, honorent, honorais, honorait, honorions, honoriez, honoraient, honorai, honoras, honora, honorâmes, honorâtes, honorèrent, honorerai, honoreras, honorera, honorerons, honorerez, honoreront)
-
vénérer werkwoord (vénère, vénères, vénérons, vénérez, vénèrent, vénérais, vénérait, vénérions, vénériez, vénéraient, vénérai, vénéras, vénéra, vénérâmes, vénérâtes, vénérèrent, vénérerai, vénéreras, vénérera, vénérerons, vénérerez, vénéreront)
-
Conjugations for waarderen:
o.t.t.
- waardeer
- waardeert
- waardeert
- waarderen
- waarderen
- waarderen
o.v.t.
- waardeerde
- waardeerde
- waardeerde
- waardeerden
- waardeerden
- waardeerden
v.t.t.
- heb gewaardeerd
- hebt gewaardeerd
- heeft gewaardeerd
- hebben gewaardeerd
- hebben gewaardeerd
- hebben gewaardeerd
v.v.t.
- had gewaardeerd
- had gewaardeerd
- had gewaardeerd
- hadden gewaardeerd
- hadden gewaardeerd
- hadden gewaardeerd
o.t.t.t.
- zal waarderen
- zult waarderen
- zal waarderen
- zullen waarderen
- zullen waarderen
- zullen waarderen
o.v.t.t.
- zou waarderen
- zou waarderen
- zou waarderen
- zouden waarderen
- zouden waarderen
- zouden waarderen
diversen
- waardeer!
- waardeert!
- gewaardeerd
- waarderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
waarderen
Vertaal Matrix voor waarderen:
Wiktionary: waarderen
waarderen
Cross Translation:
verb
-
ressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.
-
Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
-
priser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur.
-
(vieilli) régler, fixer le prix des denrées, des marchandises, de quelque autre chose que ce soit.
-
estimer une chose quant à son prix, à sa valeur, à sa quantité, à sa durée.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waarderen | → reconnaissant | ↔ appreciate — to be grateful for something |
• waarderen | → respecter | ↔ esteem — to regard with respect |