Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gevraagd (Nederlands) in het Frans

gevraagd:

gevraagd bijvoeglijk naamwoord

  1. gevraagd
    demandé; désiré; voulu; cherché; recherché

Vertaal Matrix voor gevraagd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
demandé gevraagd aangevraagd; begeerd; begerenswaardig; gewenst; gewild; gezocht; veelgevraagd; verlangd; wenselijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cherché gevraagd
désiré gevraagd begeerd; begerenswaardig; gevierd; gewenst; gewild; gezocht; populair; veelgevraagd; verlangd; verlangde; wenselijk
recherché gevraagd begerenswaardig; bemind; dierbaar; geliefd; getapt; lief; toegenegen; vergezocht
voulu gevraagd begeerd; begerenswaardig; gevierd; gewenst; gewild; gezocht; populair; veelgevraagd; verlangd; wenselijk

vragen:

vragen werkwoord (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)

  1. vragen (aanzoeken; verzoeken; aanvragen; uitnodigen)
    demander; prier; requérir; solliciter; exiger; supplier
    • demander werkwoord (demande, demandes, demandons, demandez, )
    • prier werkwoord (prie, pries, prions, priez, )
    • requérir werkwoord (requiers, requiert, requérons, requérez, )
    • solliciter werkwoord (sollicite, sollicites, sollicitons, sollicitez, )
    • exiger werkwoord (exige, exiges, exigeons, exigez, )
    • supplier werkwoord (supplie, supplies, supplions, suppliez, )
  2. vragen (vraag stellen)
    poser une question; demander
    • poser une question werkwoord
    • demander werkwoord (demande, demandes, demandons, demandez, )
  3. vragen (rekwestreren; aanvragen; verzoeken)
    demander; présenter une requête; prier; solliciter; adresser une pétition
    • demander werkwoord (demande, demandes, demandons, demandez, )
    • prier werkwoord (prie, pries, prions, priez, )
    • solliciter werkwoord (sollicite, sollicites, sollicitons, sollicitez, )
  4. vragen (smeken; verzoeken; bidden)
    prier; supplier; implorer; adjurer; conjurer
    • prier werkwoord (prie, pries, prions, priez, )
    • supplier werkwoord (supplie, supplies, supplions, suppliez, )
    • implorer werkwoord (implore, implores, implorons, implorez, )
    • adjurer werkwoord
    • conjurer werkwoord (conjure, conjures, conjurons, conjurez, )
  5. vragen (opvragen; aanvragen; verzoeken)
    demander; revendiquer; réclamer
    • demander werkwoord (demande, demandes, demandons, demandez, )
    • revendiquer werkwoord (revendique, revendiques, revendiquons, revendiquez, )
    • réclamer werkwoord (réclame, réclames, réclamons, réclamez, )

Conjugations for vragen:

o.t.t.
  1. vraag
  2. vraagt
  3. vraagt
  4. vragen
  5. vragen
  6. vragen
o.v.t.
  1. vroeg
  2. vroeg
  3. vroeg
  4. vroegen
  5. vroegen
  6. vroegen
v.t.t.
  1. heb gevraagd
  2. hebt gevraagd
  3. heeft gevraagd
  4. hebben gevraagd
  5. hebben gevraagd
  6. hebben gevraagd
v.v.t.
  1. had gevraagd
  2. had gevraagd
  3. had gevraagd
  4. hadden gevraagd
  5. hadden gevraagd
  6. hadden gevraagd
o.t.t.t.
  1. zal vragen
  2. zult vragen
  3. zal vragen
  4. zullen vragen
  5. zullen vragen
  6. zullen vragen
o.v.t.t.
  1. zou vragen
  2. zou vragen
  3. zou vragen
  4. zouden vragen
  5. zouden vragen
  6. zouden vragen
diversen
  1. vraag!
  2. vraagt!
  3. gevraagd
  4. vragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vragen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de vragen (verzoeken)
    la requêtes; la demandes

Vertaal Matrix voor vragen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
demander aanspraak maken op; aanvragen; claim; opgeven
demandes verzoeken; vragen
requêtes verzoeken; vragen
réclamer aanspraak maken op; claim
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adjurer bidden; smeken; verzoeken; vragen
adresser une pétition aanvragen; rekwestreren; verzoeken; vragen
conjurer bidden; smeken; verzoeken; vragen samenspannen; samenzweren
demander aanvragen; aanzoeken; opvragen; rekwestreren; uitnodigen; verzoeken; vraag stellen; vragen aanspraak maken op; bevragen; bidden; eisen; in gebed zijn; navragen; opeisen; opvorderen; rekwireren; soebatten; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
exiger aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aanspraak maken op; aanspraak op maken; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
implorer bidden; smeken; verzoeken; vragen bidden; in gebed zijn; soebatten
poser une question vraag stellen; vragen
prier aanvragen; aanzoeken; bidden; rekwestreren; smeken; uitnodigen; verzoeken; vragen bevragen; bidden; in gebed zijn; soebatten
présenter une requête aanvragen; rekwestreren; verzoeken; vragen
requérir aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aanspraak maken op; aanspraak op maken; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; rekwisiteren; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
revendiquer aanvragen; opvragen; verzoeken; vragen aanspraak maken op; aanspraak op maken; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
réclamer aanvragen; opvragen; verzoeken; vragen aanspraak maken op; aanspraak op maken; een klacht indienen; eisen; klagen; misnoegen uiten; opeisen; opvorderen; over iets mopperen; reclameren; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; vereisen; vergen; verlangen; vorderen; zijn beklag indienen
solliciter aanvragen; aanzoeken; rekwestreren; uitnodigen; verzoeken; vragen aandringen; beroep doen op; bevragen; solliciteren
supplier aanvragen; aanzoeken; bidden; smeken; uitnodigen; verzoeken; vragen bidden; in gebed zijn; soebatten
- uitnodigen; verzoeken

Verwante woorden van "vragen":


Synoniemen voor "vragen":


Antoniemen van "vragen":


Verwante definities voor "vragen":

  1. verzoeken je gast te zijn1
    • als ik jarig ben vraag ik alle kinderen van de klas1
  2. zeggen dat je iets wilt hebben of een antwoord wilt krijgen1
    • zij vroeg aan Anja hoe oud ze was1
  3. zeggen dat je iets gedaan wilt krijgen1
    • ik vroeg hem de brief terug te sturen1

Wiktionary: vragen

vragen
verb
  1. mondeling of schriftelijk informatie verzoeken
  2. mondeling of schriftelijk actie verzoeken
vragen
verb
  1. Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.
  2. convier, prier de se trouver, de se rendre quelque part, d’assister à quelque cérémonie, etc.
  3. adorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce.

Cross Translation:
FromToVia
vragen demander; poser; questionner ask — request an answer
vragen demander ask — make a request
vragen faire appel call — to require, demand
vragen demander fragen — (transitiv) eine Auskunft erbitten, um eine Auskunft bitten, eine Frage stellen