Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gevangen (Nederlands) in het Frans
gevangen:
-
gevangen (gevangen genomen; opgesloten; geïnterneerd; vastgezet)
emprisonné; captif; prisonnier; enfermé; fait prisonnier; interné; arrêté-
emprisonné bijvoeglijk naamwoord
-
captif bijvoeglijk naamwoord
-
prisonnier bijvoeglijk naamwoord
-
enfermé bijvoeglijk naamwoord
-
fait prisonnier bijvoeglijk naamwoord
-
interné bijvoeglijk naamwoord
-
arrêté bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gevangen:
Verwante woorden van "gevangen":
Antoniemen van "gevangen":
Verwante definities voor "gevangen":
vangen:
-
vangen (grijpen; pakken; verstrikken; vatten; klauwen)
prendre; saisir; entendre; attraper; prendre au piège; pincer; s'emparer de-
prendre werkwoord (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
saisir werkwoord (saisis, saisit, saisissons, saisissez, saisissent, saisissais, saisissait, saisissions, saisissiez, saisissaient, saisîmes, saisîtes, saisirent, saisirai, saisiras, saisira, saisirons, saisirez, saisiront)
-
entendre werkwoord (entends, entend, entendons, entendez, entendent, entendais, entendait, entendions, entendiez, entendaient, entendis, entendit, entendîmes, entendîtes, entendirent, entendrai, entendras, entendra, entendrons, entendrez, entendront)
-
attraper werkwoord (attrape, attrapes, attrapons, attrapez, attrapent, attrapais, attrapait, attrapions, attrapiez, attrapaient, attrapai, attrapas, attrapa, attrapâmes, attrapâtes, attrapèrent, attraperai, attraperas, attrapera, attraperons, attraperez, attraperont)
-
prendre au piège werkwoord
-
pincer werkwoord (pince, pinces, pinçons, pincez, pincent, pinçais, pinçait, pincions, pinciez, pinçaient, pinçai, pinças, pinça, pinçâmes, pinçâtes, pincèrent, pincerai, pinceras, pincera, pincerons, pincerez, pinceront)
-
s'emparer de werkwoord
-
-
vangen (buitmaken)
capturer; attraper; prendre-
capturer werkwoord (capture, captures, capturons, capturez, capturent, capturais, capturait, capturions, capturiez, capturaient, capturai, capturas, captura, capturâmes, capturâtes, capturèrent, capturerai, captureras, capturera, capturerons, capturerez, captureront)
-
attraper werkwoord (attrape, attrapes, attrapons, attrapez, attrapent, attrapais, attrapait, attrapions, attrapiez, attrapaient, attrapai, attrapas, attrapa, attrapâmes, attrapâtes, attrapèrent, attraperai, attraperas, attrapera, attraperons, attraperez, attraperont)
-
prendre werkwoord (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
Conjugations for vangen:
o.t.t.
- vang
- vangt
- vangt
- vangen
- vangen
- vangen
o.v.t.
- ving
- ving
- ving
- vingen
- vingen
- vingen
v.t.t.
- heb gevangen
- hebt gevangen
- heeft gevangen
- hebben gevangen
- hebben gevangen
- hebben gevangen
v.v.t.
- had gevangen
- had gevangen
- had gevangen
- hadden gevangen
- hadden gevangen
- hadden gevangen
o.t.t.t.
- zal vangen
- zult vangen
- zal vangen
- zullen vangen
- zullen vangen
- zullen vangen
o.v.t.t.
- zou vangen
- zou vangen
- zou vangen
- zouden vangen
- zouden vangen
- zouden vangen
en verder
- ben gevangen
- bent gevangen
- is gevangen
- zijn gevangen
- zijn gevangen
- zijn gevangen
diversen
- vang!
- vangt!
- gevangen
- vangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vangen:
Verwante woorden van "vangen":
Synoniemen voor "vangen":
Antoniemen van "vangen":
Verwante definities voor "vangen":
Wiktionary: vangen
vangen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vangen | → captiver | ↔ captivate — to attract and hold interest and attention of |
• vangen | → attraper | ↔ catch — to intercept an object in the air etc. (jump) |
• vangen | → saisir | ↔ seize — grab |
• vangen | → piéger; attraper | ↔ trap — to catch in a trap or traps |