Nederlands
Uitgebreide vertaling voor getreuzel (Nederlands) in het Frans
getreuzel:
-
het getreuzel (getalm; geaarzel)
-
het getreuzel (futselarij; beuzelarij)
Vertaal Matrix voor getreuzel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
balivernes | beuzelarij; futselarij; getreuzel | apekool; bakerpraatje; bakerpraatjes; flauwekul; gebabbel; gebeuzel; gekeuvel; geklets; gekwebbel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; onzin; oudewijvenpraat; rimram; waanzin; zotteklap |
bigoterie | beuzelarij; futselarij; getreuzel | bigotterie; hypocrisie; kwezelarij; schijnheiligheid |
hésitations | geaarzel; getalm; getreuzel | |
lenteurs | geaarzel; getalm; getreuzel | |
retards | geaarzel; getalm; getreuzel | oponthouden; vertragingen |
tracasserie | beuzelarij; futselarij; getreuzel | gesol; treiteren |
traînerie | geaarzel; getalm; getreuzel | |
vétilles | beuzelarij; futselarij; getreuzel |