Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor getemperd (Nederlands) in het Frans
getemperd:
Vertaal Matrix voor getemperd:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avec modération | gematigd; getemperd | ingetogen; moderaat; stemmig |
modéré | gematigd; getemperd | bescheiden; discreet; discrete; doorsnee; eenvoudig; gemiddeld; ingetogen; kies; matig; medium; middelmatig; modaal; moderaat; sober; stemmig; vereenvoudigd; versoberd |
retenu | gematigd; getemperd | afgehouden; bescheiden; discreet; discrete; geheimzinnig; geremd; gereserveerd; gesloten; ingehouden; ingetogen; kies; koel; onbuigzaam; onverzettelijk; stemmig; stijfkoppig; stug; taai; terughoudend; terughoudende |
réservé | gematigd; getemperd | afstandelijk; bescheiden; besproken; discreet; discrete; geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; ingetrokken; kies; koel; koud; nuchter; onbuigzaam; onverzettelijk; opzijgezet; stemmig; stijfkoppig; stil; stug; taai; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zakelijk; zwijgend; zwijgzaam |
tempéré | gematigd; getemperd | moderaat |
temperen:
-
temperen
modérer; tempérer-
modérer werkwoord (modère, modères, modérons, modérez, modèrent, modérais, modérait, modérions, modériez, modéraient, modérai, modéras, modéra, modérâmes, modérâtes, modérèrent, modérerai, modéreras, modérera, modérerons, modérerez, modéreront)
-
tempérer werkwoord (tempère, tempères, tempérons, tempérez, tempèrent, tempérais, tempérait, tempérions, tempériez, tempéraient, tempérai, tempéras, tempéra, tempérâmes, tempérâtes, tempérèrent, tempérerai, tempéreras, tempérera, tempérerons, tempérerez, tempéreront)
-
-
temperen (zich matigen; dempen; matigen)
tempérer; étouffer; apaiser; réprimer; calmer; modérer-
tempérer werkwoord (tempère, tempères, tempérons, tempérez, tempèrent, tempérais, tempérait, tempérions, tempériez, tempéraient, tempérai, tempéras, tempéra, tempérâmes, tempérâtes, tempérèrent, tempérerai, tempéreras, tempérera, tempérerons, tempérerez, tempéreront)
-
étouffer werkwoord (étouffe, étouffes, étouffons, étouffez, étouffent, étouffais, étouffait, étouffions, étouffiez, étouffaient, étouffai, étouffas, étouffa, étouffâmes, étouffâtes, étouffèrent, étoufferai, étoufferas, étouffera, étoufferons, étoufferez, étoufferont)
-
apaiser werkwoord (apaise, apaises, apaisons, apaisez, apaisent, apaisais, apaisait, apaisions, apaisiez, apaisaient, apaisai, apaisas, apaisa, apaisâmes, apaisâtes, apaisèrent, apaiserai, apaiseras, apaisera, apaiserons, apaiserez, apaiseront)
-
réprimer werkwoord (réprime, réprimes, réprimons, réprimez, répriment, réprimais, réprimait, réprimions, réprimiez, réprimaient, réprimai, réprimas, réprima, réprimâmes, réprimâtes, réprimèrent, réprimerai, réprimeras, réprimera, réprimerons, réprimerez, réprimeront)
-
calmer werkwoord (calme, calmes, calmons, calmez, calment, calmais, calmait, calmions, calmiez, calmaient, calmai, calmas, calma, calmâmes, calmâtes, calmèrent, calmerai, calmeras, calmera, calmerons, calmerez, calmeront)
-
modérer werkwoord (modère, modères, modérons, modérez, modèrent, modérais, modérait, modérions, modériez, modéraient, modérai, modéras, modéra, modérâmes, modérâtes, modérèrent, modérerai, modéreras, modérera, modérerons, modérerez, modéreront)
-
Conjugations for temperen:
o.t.t.
- temper
- tempert
- tempert
- temperen
- temperen
- temperen
o.v.t.
- temperde
- temperde
- temperde
- temperden
- temperden
- temperden
v.t.t.
- heb getemperd
- hebt getemperd
- heeft getemperd
- hebben getemperd
- hebben getemperd
- hebben getemperd
v.v.t.
- had getemperd
- had getemperd
- had getemperd
- hadden getemperd
- hadden getemperd
- hadden getemperd
o.t.t.t.
- zal temperen
- zult temperen
- zal temperen
- zullen temperen
- zullen temperen
- zullen temperen
o.v.t.t.
- zou temperen
- zou temperen
- zou temperen
- zouden temperen
- zouden temperen
- zouden temperen
en verder
- ben getemperd
- bent getemperd
- is getemperd
- zijn getemperd
- zijn getemperd
- zijn getemperd
diversen
- temper!
- tempert!
- getemperd
- temperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor temperen:
Wiktionary: temperen
temperen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• temperen | → soulager; calmer; adoucir | ↔ alleviate — make less severe |
• temperen | → modèrer | ↔ moderate — to reduce the excessiveness |
Computer vertaling door derden: