Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gespierdheid:
  2. gespierd:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gespierdheid (Nederlands) in het Frans

gespierdheid:

gespierdheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. gespierdheid
    la robustesse; l'apparence musclée

Vertaal Matrix voor gespierdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparence musclée gespierdheid
robustesse gespierdheid fermheid; flinkheid; forsheid; onomstotelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; stevigheid; stoerheid

Verwante woorden van "gespierdheid":


gespierdheid vorm van gespierd:

gespierd bijvoeglijk naamwoord

  1. gespierd
    musclé

Vertaal Matrix voor gespierd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
musclé gespierd

Verwante woorden van "gespierd":

  • gespierdheid, gespierder, gespierdere, gespierdst, gespierdste

Wiktionary: gespierd

gespierd
adjective
  1. met sterk ontwikkelde stevige spieren
gespierd
adjective
  1. Qui a des muscles costauds
  2. anatomie|fr Qui est de la nature des muscles ; qui composer de fibres musculaires.

Cross Translation:
FromToVia
gespierd balaise; balèze brawny — characterized by brawn
gespierd musclé; musculeux muscular — having strength

Computer vertaling door derden: