Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gemotiveerd (Nederlands) in het Frans
gemotiveerd:
-
gemotiveerd (motivatie bezittend)
Vertaal Matrix voor gemotiveerd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fanatique | aanhouder; doordrammer; dweper; fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fanatique | gemotiveerd; motivatie bezittend | bezeten; bezetene; dweepziek; dweperig; fanatiek; fanatieke; gedreven |
motivé | gemotiveerd; motivatie bezittend | |
possédé | gemotiveerd; motivatie bezittend | bezeten; bezetene; fanatiek; fanatieke |
épris | gemotiveerd; motivatie bezittend | bezeten; bezetene; fanatiek; fanatieke; verkikkerd; verliefd |
Verwante woorden van "gemotiveerd":
gemotiveerd vorm van motiveren:
-
motiveren
motiver; encourager; inciter à; inciter; animer; aviver; exciter; activer; stimuler; aiguillonner-
motiver werkwoord (motive, motives, motivons, motivez, motivent, motivais, motivait, motivions, motiviez, motivaient, motivai, motivas, motiva, motivâmes, motivâtes, motivèrent, motiverai, motiveras, motivera, motiverons, motiverez, motiveront)
-
encourager werkwoord (encourage, encourages, encourageons, encouragez, encouragent, encourageais, encourageait, encouragions, encouragiez, encourageaient, encourageai, encourageas, encouragea, encourageâmes, encourageâtes, encouragèrent, encouragerai, encourageras, encouragera, encouragerons, encouragerez, encourageront)
-
inciter à werkwoord
-
inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, incitent, incitais, incitait, incitions, incitiez, incitaient, incitai, incitas, incita, incitâmes, incitâtes, incitèrent, inciterai, inciteras, incitera, inciterons, inciterez, inciteront)
-
animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, animent, animais, animait, animions, animiez, animaient, animai, animas, anima, animâmes, animâtes, animèrent, animerai, animeras, animera, animerons, animerez, animeront)
-
aviver werkwoord (avive, avives, avivons, avivez, avivent, avivais, avivait, avivions, aviviez, avivaient, avivai, avivas, aviva, avivâmes, avivâtes, avivèrent, aviverai, aviveras, avivera, aviverons, aviverez, aviveront)
-
exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, excitent, excitais, excitait, excitions, excitiez, excitaient, excitai, excitas, excita, excitâmes, excitâtes, excitèrent, exciterai, exciteras, excitera, exciterons, exciterez, exciteront)
-
activer werkwoord (active, actives, activons, activez, activent, activais, activait, activions, activiez, activaient, activai, activas, activa, activâmes, activâtes, activèrent, activerai, activeras, activera, activerons, activerez, activeront)
-
stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, stimulent, stimulais, stimulait, stimulions, stimuliez, stimulaient, stimulai, stimulas, stimula, stimulâmes, stimulâtes, stimulèrent, stimulerai, stimuleras, stimulera, stimulerons, stimulerez, stimuleront)
-
aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, aiguillonnent, aiguillonnais, aiguillonnait, aiguillonnions, aiguillonniez, aiguillonnaient, aiguillonnai, aiguillonnas, aiguillonna, aiguillonnâmes, aiguillonnâtes, aiguillonnèrent, aiguillonnerai, aiguillonneras, aiguillonnera, aiguillonnerons, aiguillonnerez, aiguillonneront)
-
Conjugations for motiveren:
o.t.t.
- motiveer
- motiveert
- motiveert
- motiveren
- motiveren
- motiveren
o.v.t.
- motiveerde
- motiveerde
- motiveerde
- motiveerden
- motiveerden
- motiveerden
v.t.t.
- heb gemotiveerd
- hebt gemotiveerd
- heeft gemotiveerd
- hebben gemotiveerd
- hebben gemotiveerd
- hebben gemotiveerd
v.v.t.
- had gemotiveerd
- had gemotiveerd
- had gemotiveerd
- hadden gemotiveerd
- hadden gemotiveerd
- hadden gemotiveerd
o.t.t.t.
- zal motiveren
- zult motiveren
- zal motiveren
- zullen motiveren
- zullen motiveren
- zullen motiveren
o.v.t.t.
- zou motiveren
- zou motiveren
- zou motiveren
- zouden motiveren
- zouden motiveren
- zouden motiveren
en verder
- ben gemotiveerd
- bent gemotiveerd
- is gemotiveerd
- zijn gemotiveerd
- zijn gemotiveerd
- zijn gemotiveerd
diversen
- motiveer!
- motiveert!
- gemotiveerd
- motiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor motiveren:
Wiktionary: motiveren
motiveren
Cross Translation:
verb
motiveren
-
van argumenten voorzien
- motiveren → motiver
verb
-
apporter de la motivation.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• motiveren | → pousser | ↔ drive — to motivate |
• motiveren | → motiver | ↔ motivate — to encourage |
• motiveren | → motiver | ↔ motive — to prompt or incite |
• motiveren | → motiver | ↔ motivieren — jemanden dazu bringen, sich aus eigenem Antrieb um etwas zu kümmern |