Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gemarineerd:
  2. marineren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemarineerd (Nederlands) in het Frans

gemarineerd:

gemarineerd bijvoeglijk naamwoord

  1. gemarineerd
    mariné; en conserve

Vertaal Matrix voor gemarineerd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en conserve gemarineerd ingeblikt; ingemaakt
mariné gemarineerd ingeblikt; ingemaakt; zoetzuur

gemarineerd vorm van marineren:

marineren werkwoord (marineer, marineert, marineerde, marineerden, gemarineerd)

  1. marineren (toebereiden)
    mariner; épicer; pimenter; saler; macérer
    • mariner werkwoord (marine, marines, marinons, marinez, )
    • épicer werkwoord (épice, épices, épiçons, épicez, )
    • pimenter werkwoord (pimente, pimentes, pimentons, pimentez, )
    • saler werkwoord (sale, sales, salons, salez, )
    • macérer werkwoord (macère, macères, macérons, macérez, )

Conjugations for marineren:

o.t.t.
  1. marineer
  2. marineert
  3. marineert
  4. marineren
  5. marineren
  6. marineren
o.v.t.
  1. marineerde
  2. marineerde
  3. marineerde
  4. marineerden
  5. marineerden
  6. marineerden
v.t.t.
  1. heb gemarineerd
  2. hebt gemarineerd
  3. heeft gemarineerd
  4. hebben gemarineerd
  5. hebben gemarineerd
  6. hebben gemarineerd
v.v.t.
  1. had gemarineerd
  2. had gemarineerd
  3. had gemarineerd
  4. hadden gemarineerd
  5. hadden gemarineerd
  6. hadden gemarineerd
o.t.t.t.
  1. zal marineren
  2. zult marineren
  3. zal marineren
  4. zullen marineren
  5. zullen marineren
  6. zullen marineren
o.v.t.t.
  1. zou marineren
  2. zou marineren
  3. zou marineren
  4. zouden marineren
  5. zouden marineren
  6. zouden marineren
en verder
  1. ben gemarineerd
  2. bent gemarineerd
  3. is gemarineerd
  4. zijn gemarineerd
  5. zijn gemarineerd
  6. zijn gemarineerd
diversen
  1. marineer!
  2. marineert!
  3. gemarineerd
  4. marinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

marineren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. marineren
    le fait de mariner; le fait de macerer

Vertaal Matrix voor marineren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait de macerer marineren
fait de mariner marineren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
macérer marineren; toebereiden in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
mariner marineren; toebereiden inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten
pimenter marineren; toebereiden kruiden; kruiden toevoegen
saler marineren; toebereiden inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; pekelen; zouten
épicer marineren; toebereiden kruiden; kruiden toevoegen

Wiktionary: marineren


Cross Translation:
FromToVia
marineren mariner marinate — soak in marinade
marineren mariner marinieren — (transitiv) Gastronomie: Fleisch oder Fisch längere Zeit in eine gewürzte Soße (Marinade) legen und durchziehen lassen