Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gelijken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelijken (Nederlands) in het Frans

gelijken:

gelijken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de gelijken
    la ressemblance

gelijken werkwoord (gelijk, gelijkt, geleek, geleken, geleken)

  1. gelijken (lijken op; gelijkenis vertonen met)
    ressembler à; ressembler
    • ressembler à werkwoord
    • ressembler werkwoord (ressemble, ressembles, ressemblons, ressemblez, )

Conjugations for gelijken:

o.t.t.
  1. gelijk
  2. gelijkt
  3. gelijkt
  4. gelijken
  5. gelijken
  6. gelijken
o.v.t.
  1. geleek
  2. geleek
  3. geleek
  4. geleken
  5. geleken
  6. geleken
v.t.t.
  1. heb geleken
  2. hebt geleken
  3. heeft geleken
  4. hebben geleken
  5. hebben geleken
  6. hebben geleken
v.v.t.
  1. had geleken
  2. had geleken
  3. had geleken
  4. hadden geleken
  5. hadden geleken
  6. hadden geleken
o.t.t.t.
  1. zal gelijken
  2. zult gelijken
  3. zal gelijken
  4. zullen gelijken
  5. zullen gelijken
  6. zullen gelijken
o.v.t.t.
  1. zou gelijken
  2. zou gelijken
  3. zou gelijken
  4. zouden gelijken
  5. zouden gelijken
  6. zouden gelijken
diversen
  1. gelijk!
  2. gelijkt!
  3. geleken
  4. gelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gelijken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ressemblance gelijken gelijkenis; overeenkomst
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ressembler gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op er uitzien; ogen
ressembler à gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op

Wiktionary: gelijken

gelijken
verb
  1. Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général).

Cross Translation:
FromToVia
gelijken ressembler resemble — to be like or similar to something else