Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gekarteld (Nederlands) in het Frans
gekarteld:
Vertaal Matrix voor gekarteld:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tranchant | geslepenheid; gewiekstheid; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; snijvlak; spitsheid | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cannelé | gekarteld; getand | kartelig |
crénelé | gekarteld; getand | kartelig; tandvormig |
dentelé | gekarteld; getand | getand; gezaagd; kartelig; puntig; scherp gepunt; tanden hebbend; tandvormig; zaagvormig |
denté | gekarteld; getand | getand; gezaagd; puntig; scherp gepunt; tanden hebbend |
en dents de scie | gekarteld; getand | zaagvormig |
engrelé | gekarteld; getand | |
tranchant | gekarteld; getand | adrem; bijdehand; fel; gevat; hanig; messcherp; pinnig; raak; scherp; scherpgerand; snedig; snibbig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp |
ébréché | gekarteld; getand |
Wiktionary: gekarteld
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gekarteld | → denté; dentelé | ↔ dentate — Having teeth or toothlike projections |
• gekarteld | → denté; dentelé | ↔ serrate — saw-like |
• gekarteld | → denté; dentelé | ↔ serrate — having a row of sharp or tooth-like projections |
• gekarteld | → denté; dentelé | ↔ serrated — saw-like |
• gekarteld | → denté; dentelé | ↔ serrated — Having a row of sharp or tooth-like projections |
kartelen:
-
kartelen (kartels krijgen)
encocher; entailler-
encocher werkwoord (encoche, encoches, encochons, encochez, encochent, encochais, encochait, encochions, encochiez, encochaient, encochai, encochas, encocha, encochâmes, encochâtes, encochèrent, encocherai, encocheras, encochera, encocherons, encocherez, encocheront)
-
entailler werkwoord (entaille, entailles, entaillons, entaillez, entaillent, entaillais, entaillait, entaillions, entailliez, entaillaient, entaillai, entaillas, entailla, entaillâmes, entaillâtes, entaillèrent, entaillerai, entailleras, entaillera, entaillerons, entaillerez, entailleront)
-
Conjugations for kartelen:
o.t.t.
- kartel
- kartelt
- kartelt
- kartelen
- kartelen
- kartelen
o.v.t.
- kartelde
- kartelde
- kartelde
- kartelden
- kartelden
- kartelden
v.t.t.
- heb gekarteld
- hebt gekarteld
- heeft gekarteld
- hebben gekarteld
- hebben gekarteld
- hebben gekarteld
v.v.t.
- had gekarteld
- had gekarteld
- had gekarteld
- hadden gekarteld
- hadden gekarteld
- hadden gekarteld
o.t.t.t.
- zal kartelen
- zult kartelen
- zal kartelen
- zullen kartelen
- zullen kartelen
- zullen kartelen
o.v.t.t.
- zou kartelen
- zou kartelen
- zou kartelen
- zouden kartelen
- zouden kartelen
- zouden kartelen
en verder
- is gekarteld
- zijn gekarteld
diversen
- kartel!
- kartelt!
- gekarteld
- kartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kartelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
encocher | kartelen; kartels krijgen | creneleren; een inkeping maken; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven |
entailler | kartelen; kartels krijgen | creneleren; een inkeping maken; inhakken; inhouwen; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; snijwerk maken |