Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geilheid (Nederlands) in het Frans

geilheid:

geilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de geilheid (opgewondenheid; hitsigheid; zin; lust)
    la lubricité; le désir; l'excitation

Vertaal Matrix voor geilheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
désir geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin bede; begeerte; begeren; drift; geneigdheid; genoegen; genot; gezindheid; hang; hevig verlangen; inclinatie; lust; neiging; smachten; verlangen; verzoek; vraag; wellust; wens; wensen; zucht
excitation geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin aanmoediging; aansporen; aansporing; aanstoken; agitatie; beroering; gewoel; instigeren; ongedurigheid; onrust; onrustigheid; ophitsen; oproer; opruiing; opstand; opstoken; opstokerij; opstootje; opwekken; opwekking; rel; steun; stimulans; volksoproer; vuistgevecht
lubricité geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin

Verwante woorden van "geilheid":


Wiktionary: geilheid

geilheid
noun
  1. Œstrus
  2. plaisir des sens.

geilheid vorm van geil:

geil bijvoeglijk naamwoord

  1. geil (seksueel opgewonden; opgewonden; hitsig; heet)
    lubrique; brûlant; chaud; passionnant; excité; excitant; lascif; chaleureux; sensuel; chaleureuse; lascive; chaleureusement; lascivement; ardent; passionné; chaudement

Vertaal Matrix voor geil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excitant doping; pep; pepmiddel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brûlant heet
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaud warm
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ardent geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden brandend; fel; fervent; fonkelend; gepassioneerd; gloeiend; hartstochtelijk; heetbloedig; hevig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warm; warmbloedig
brûlant geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden adembenemend; benauwd; bloedheet; boeiend; brandend; branderig; broeierig; fel; fonkelend; gepassioneerd; gloeiend; hartstochtelijk; heetbloedig; hevig; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; smoorheet; spannend; stormachtig; temperamentvol; vlammend; vurig; warm; warmbloedig; zinderend; zwoel
chaleureuse geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden hartelijk; minnelijk; vriendelijk
chaleureusement geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden hartelijk; minnelijk; vriendelijk
chaleureux geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden hartelijk; minnelijk; vriendelijk
chaud geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden benauwd; broeierig; heet; pikant; pittig; smaak prikkelend; zwoel
chaudement geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
excitant geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden droge; ophitsend; opstokend; opwindend; pikant; sexy; zinnenprikkelend
excité geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden geagiteerd; gepassioneerd; hartstochtelijk; heftig; levendig; met hevige passie; opgefokt; opgehitst; verhit; vurig
lascif geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden ontuchtig
lascive geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
lascivement geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
lubrique geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden ontuchtig; opwindend; pikant; sexy; soppig
passionnant geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangrijpend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; ontroerend; opwindend; pakkend; pikant; roerend; sexy
passionné geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bevlogen; bezetene; bezield; brandend; enthousiast; fanatieke; fel; fervent; fonkelend; geboeid; geestdriftig; gefascineerd; gepassioneerd; geïntrigeerd; gloedvol; gloeiend; hanig; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; pinnig; scherp; snibbig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vinnig; vlijmend; vurig; warm; warmbloedig
sensuel geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden pikant; sensueel; wellustig; wulps; zinlijk; zinnelijk; zinnenprikkelend

Verwante woorden van "geil":

  • geilheid, geiler, geilere, geilst, geilste, geile

Wiktionary: geil

geil
adjective
  1. Qui marquer, qui manifester de la lubricité.

Cross Translation:
FromToVia
geil excité; excitée horny — sexually aroused
geil bandant; excitante; excitant horny — sexually arousing
geil bonne; sexy hot — slang: physically very attractive
geil lascif; gaillard geilerregt, sexuell fordernd, jemanden sexuell attraktiv findend

Computer vertaling door derden: