Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gehuicheld:
  2. huichelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gehuicheld (Nederlands) in het Frans

gehuicheld:

gehuicheld bijvoeglijk naamwoord

  1. gehuicheld (geveinsd)
    hypocrite; feint; feignant; prétextant; simulant; hypocritement

Vertaal Matrix voor gehuicheld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hypocrite draaier; gladjanus; gluiperd; huichelaar; huichelaarster; hypocriet; schijnheilige; veinzer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feignant gehuicheld; geveinsd huichelachtig; onoprecht
feint gehuicheld; geveinsd aangenomen; bedriegelijk; denkbeeldig; fictief; geaffecteerd; gedwongen; gefingeerd; geforceerd; gekunsteld; gemaakt; gemaakte gevoelens; geveinsd; gewrongen; gezocht; huichelachtig; huichelend; kunstmatig; nagemaakt; onecht; onnatuurlijk; onoprecht; onwaar; vals; veinzend; verdicht; voorwendend
hypocrite gehuicheld; geveinsd achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; heimelijk; huichelachtig; in het geheim; in het geniep; leep; listig; onoprecht; op steelse wijze; schijnheilig; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt
hypocritement gehuicheld; geveinsd huichelachtig; onoprecht; schijnheilig
prétextant gehuicheld; geveinsd huichelend; veinzend; voorwendend
simulant gehuicheld; geveinsd huichelachtig; huichelend; onoprecht; veinzend; voorwendend

Wiktionary: gehuicheld

gehuicheld
adjective
  1. Se dit d’une personne ou d’une chose qui fait preuve d’hypocrisie. Relatif à l’hypocrisie.

huichelen:

huichelen werkwoord (huichel, huichelt, huichelde, huichelden, gehuicheld)

  1. huichelen
    affecter; prétendre; feindre; simuler; prétexter; faire semblant
    • affecter werkwoord (affecte, affectes, affectons, affectez, )
    • prétendre werkwoord (prétends, prétend, prétendons, prétendez, )
    • feindre werkwoord (feins, feint, feignons, feignez, )
    • simuler werkwoord (simule, simules, simulons, simulez, )
    • prétexter werkwoord (prétexte, prétextes, prétextons, prétextez, )
    • faire semblant werkwoord

Conjugations for huichelen:

o.t.t.
  1. huichel
  2. huichelt
  3. huichelt
  4. huichelen
  5. huichelen
  6. huichelen
o.v.t.
  1. huichelde
  2. huichelde
  3. huichelde
  4. huichelden
  5. huichelden
  6. huichelden
v.t.t.
  1. heb gehuicheld
  2. hebt gehuicheld
  3. heeft gehuicheld
  4. hebben gehuicheld
  5. hebben gehuicheld
  6. hebben gehuicheld
v.v.t.
  1. had gehuicheld
  2. had gehuicheld
  3. had gehuicheld
  4. hadden gehuicheld
  5. hadden gehuicheld
  6. hadden gehuicheld
o.t.t.t.
  1. zal huichelen
  2. zult huichelen
  3. zal huichelen
  4. zullen huichelen
  5. zullen huichelen
  6. zullen huichelen
o.v.t.t.
  1. zou huichelen
  2. zou huichelen
  3. zou huichelen
  4. zouden huichelen
  5. zouden huichelen
  6. zouden huichelen
diversen
  1. huichel!
  2. huichelt!
  3. gehuicheld
  4. huichelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor huichelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affecter huichelen achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
faire semblant huichelen beweren; fingeren; pretenderen; simuleren; stellen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden
feindre huichelen acteren; beweren; doen alsof; dramatiseren; fingeren; iemand begunstigen; pretenderen; simuleren; spelen; stellen; toneelspelen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken; voorwenden; zich aanstellen
prétendre huichelen beweren; fingeren; iemand begunstigen; pretenderen; simuleren; stellen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken; voorwenden
prétexter huichelen beweren; fingeren; iemand begunstigen; pretenderen; simuleren; stellen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken; voorwenden
simuler huichelen acteren; beweren; doen alsof; dramatiseren; fingeren; pretenderen; simuleren; spelen; stellen; toneelspelen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden; zich aanstellen

Verwante definities voor "huichelen":

  1. vriendelijk doen terwijl je het niet meent1
    • hij huichelt altijd tegen de directeur1

Wiktionary: huichelen

huichelen
verb
  1. veinzen, doen alsof

Cross Translation:
FromToVia
huichelen feindre heucheln — Zustimmung gegenüber einer anderen Person trotz nicht geäußerter gegenteiliger Eigenmeinung vortäuschen