Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
juste
|
|
eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
valide
|
gegrond; geldig; valide
|
aannemelijk; billijk; geldig; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; valabel; valide; wetmatig; wettig
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bien médité
|
doordacht; gegrond
|
|
bien pesé
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
overdacht; weldoordacht; weloverwogen
|
crédible
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
fondé
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
aannemelijk; billijk; gefundeerd; geldig; gerechtvaardigd; gesticht; grondig; onderbouwd; opgericht; rechtmatig; valabel; valide; zorgvuldig
|
irrefutable
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
|
juste
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
aannemelijk; beslist; braaf; chagrijnig; correct; daarnet; eerlijk; eng; fair; feitelijk; geconcentreerd; geheid; geldig; gewis; goed; grondig; heus; ingespannen; integer; juist; kloppend; knorrig; korzelig; krap; krek; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; net; nog maar; nors; nurks; onbesproken; onkreukbaar; pas; precies; rakelings; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reëel; stellig; strak; ternauwernood; uitgerekend; valabel; valide; van sterk gehalte; vast; vast en zeker; verdiept; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zojuist; zonet; zorgvuldig
|
légitime
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
aannemelijk; bevoegd; billijk; braaf; eerlijk; fair; geautoriseerd; geldig; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; legaal; legitiem; op deugdelijke gronden steunend; rechtgeaard; rechtmatig; rechtschapen; rechtsgeldig; rechtvaardig; valabel; valide; wetmatig; wettelijk; wettig
|
médité
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
|
mûrement réfléchi
|
doordacht; gegrond
|
|
mûri
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
|
plausible
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; vermoedelijk; waarschijnlijk
|
qui tient debout
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
|
raisonnable
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
bedachtzaam; behoorlijke; betaalbaar; billijk; correct; diep; diepzinnig; doordacht; gewettigd; nadenkend; pienter; raadzaam; rationeel; rechtmatig; rechtvaardig; redelijk; redelijke; tamelijke; verstandelijk; verstandig; weldenkend; wetmatig; wettig; wijs; wijselijk; zinnig
|
raisonnablement
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
bedachtzaam; billijk; correct; diep; diepzinnig; doordacht; gewettigd; nadenkend; pienter; raadzaam; rationeel; rechtmatig; rechtvaardig; redelijk; verstandelijk; verstandig; weldenkend; wetmatig; wettig; wijs; wijselijk; zinnig
|
réfléchi
|
aannemelijk; degelijk; doordacht; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
alert; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; doelbewust; doordacht; hoede; omzichtig; overdacht; paraat; reflexief; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wederkerend
|
solide
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
behoorlijk; bestendig; betrouwbaar; danig; dapper; degelijk; degelijke; deugdelijk; doorwrocht; duchtig; ferm; fiks; flink; fors; gedegen; hecht; kordaat; moedig; moreel sterk; onderlegd; onveranderlijk; potig; robuust; solide; standvastig; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; van goede hoedanigheid
|
solidement
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
bestendig; degelijke; ferm; fiks; flink; fors; kordaat; onveranderlijk; potig; stabiel; standvastig; stevig
|
vraisemblable
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; vermoedelijk; waarschijnlijk
|