Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abondant
|
gefortuneerd; rijk; vermogend
|
florerend; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; welgesteld; welig; welvarend
|
florissant
|
gefortuneerd; rijk; vermogend
|
blakend; blakend van gezondheid; bloeiend; fit; fleurig; florerend; florissant; gelukkig; getraind; gezond; hooggekleurd; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend; zonder ziekte
|
fortuné
|
gefortuneerd; rijk; vermogend
|
blakend van gezondheid; fit; florerend; gegoed; gezond; in goeden doen; welgesteld; welvarend; zonder ziekte
|
prospère
|
gefortuneerd; rijk; vermogend
|
blakend van gezondheid; fit; fleurig; florerend; florissant; gelukkig; gezond; heilzaam; triomfantelijk; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend; zegenrijk; zonder ziekte
|
puissant
|
gefortuneerd; rijk; vermogend
|
gezichtsbepalend; invloedrijk; toonaangevend; veelvermogend; vooraanstaand
|
riche
|
gefortuneerd; rijk; vermogend
|
gegoed; in goeden doen; welgesteld
|
richement
|
gefortuneerd; rijk; vermogend
|
|