Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gedetailleerd (Nederlands) in het Frans
gedetailleerd:
-
gedetailleerd (nauwgezet; nauwkeurig; precies; minutieus; secuur; zorgvuldig; accuraat)
consciencieusement; précisément; détaillé; précis; minutieux; approfondi; soigneux; exact; minutieusement; méticuleusement; exactement; minutieuse; soigneusement; amplement; consciencieuse; dans le détail; de façon détaillée; ample; consciencieux; méticuleux; en détail-
consciencieusement bijvoeglijk naamwoord
-
précisément bijvoeglijk naamwoord
-
détaillé bijvoeglijk naamwoord
-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
approfondi bijvoeglijk naamwoord
-
soigneux bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleusement bijvoeglijk naamwoord
-
exactement bijvoeglijk naamwoord
-
minutieuse bijvoeglijk naamwoord
-
soigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
amplement bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieuse bijvoeglijk naamwoord
-
dans le détail bijvoeglijk naamwoord
-
de façon détaillée bijvoeglijk naamwoord
-
ample bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieux bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleux bijvoeglijk naamwoord
-
en détail bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gedetailleerd:
Verwante woorden van "gedetailleerd":
Wiktionary: gedetailleerd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gedetailleerd | → vivide | ↔ vivid — clear, detailed or powerful |
gedetailleerd vorm van detailleren:
-
detailleren
spécifier; détailler-
spécifier werkwoord (spécifie, spécifies, spécifions, spécifiez, spécifient, spécifiais, spécifiait, spécifiions, spécifiiez, spécifiaient, spécifiai, spécifias, spécifia, spécifiâmes, spécifiâtes, spécifièrent, spécifierai, spécifieras, spécifiera, spécifierons, spécifierez, spécifieront)
-
détailler werkwoord (détaille, détailles, détaillons, détaillez, détaillent, détaillais, détaillait, détaillions, détailliez, détaillaient, détaillai, détaillas, détailla, détaillâmes, détaillâtes, détaillèrent, détaillerai, détailleras, détaillera, détaillerons, détaillerez, détailleront)
-
Conjugations for detailleren:
o.t.t.
- detailleer
- detailleert
- detailleert
- detailleren
- detailleren
- detailleren
o.v.t.
- detailleerde
- detailleerde
- detailleerde
- detailleerden
- detailleerden
- detailleerden
v.t.t.
- heb gedetailleerd
- hebt gedetailleerd
- heeft gedetailleerd
- hebben gedetailleerd
- hebben gedetailleerd
- hebben gedetailleerd
v.v.t.
- had gedetailleerd
- had gedetailleerd
- had gedetailleerd
- hadden gedetailleerd
- hadden gedetailleerd
- hadden gedetailleerd
o.t.t.t.
- zal detailleren
- zult detailleren
- zal detailleren
- zullen detailleren
- zullen detailleren
- zullen detailleren
o.v.t.t.
- zou detailleren
- zou detailleren
- zou detailleren
- zouden detailleren
- zouden detailleren
- zouden detailleren
en verder
- is gedetailleerd
- zijn gedetailleerd
diversen
- detailleer!
- detailleert!
- gedetailleerd
- detaillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor detailleren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
détailler | detailleren | nader omschrijven; preciseren; specificeren; uitwerken |
spécifier | detailleren | specificeren |
Wiktionary: detailleren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• detailleren | → détailler | ↔ detail — to explain in detail |