Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gebrek hebben:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebrek hebben (Nederlands) in het Frans

gebrek hebben:

gebrek hebben werkwoord (heb gebrek, hebt gebrek, heeft gebrek, had gebrek, hadden gebrek, gebrek gehad)

  1. gebrek hebben
    manquer; être privé de; être passé de
    • manquer werkwoord (manque, manques, manquons, manquez, )
    • être privé de werkwoord
    • être passé de werkwoord

Conjugations for gebrek hebben:

o.t.t.
  1. heb gebrek
  2. hebt gebrek
  3. heeft gebrek
  4. hebben gebrek
  5. hebben gebrek
  6. hebben gebrek
o.v.t.
  1. had gebrek
  2. had gebrek
  3. had gebrek
  4. hadden gebrek
  5. hadden gebrek
  6. hadden gebrek
v.t.t.
  1. heb gebrek gehad
  2. hebt gebrek gehad
  3. heeft gebrek gehad
  4. hebben gebrek gehad
  5. hebben gebrek gehad
  6. hebben gebrek gehad
v.v.t.
  1. had gebrek gehad
  2. had gebrek gehad
  3. had gebrek gehad
  4. hadden gebrek gehad
  5. hadden gebrek gehad
  6. hadden gebrek gehad
o.t.t.t.
  1. zal gebrek hebben
  2. zult gebrek hebben
  3. zal gebrek hebben
  4. zullen gebrek hebben
  5. zullen gebrek hebben
  6. zullen gebrek hebben
o.v.t.t.
  1. zou gebrek hebben
  2. zou gebrek hebben
  3. zou gebrek hebben
  4. zouden gebrek hebben
  5. zouden gebrek hebben
  6. zouden gebrek hebben
diversen
  1. heb gebrek!
  2. gebrek gehad
  3. gebrek hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gebrek hebben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manquer gebrek hebben afgaan; afwezig zijn; erbij inschieten; falen; floppen; in de puree lopen; knellen; kwijtraken; mankeren; misgaan; mislopen; mislukken; missen; ontberen; ontbreken; over het hoofd zien; strak zitten; stranden; verkeerd lopen; verliezen; verloren gaan; vermissen; verzaken; verzuimen; wegraken
être passé de gebrek hebben
être privé de gebrek hebben ontberen

Verwante vertalingen van gebrek hebben