Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
courant
|
|
beek; beekje; drift; driftstroom; elektriciteit; geestesrichting; geestesstroming; rivier; stroming; stroom; stroompje; zeestroming
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
gewoon; normaal
|
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
à la mode
|
|
modieus
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ayant cours
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
|
banal
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
alledaagse; banaal; futiel; gering; grof; hol; inhoudsloos; laag-bij-de-grond; leeg; lomp; luttel; miniem; minimaal; minste; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; ordinair; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vulgair; vunzig; weinig; weinigzeggend
|
commun
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
|
algemeen; alledaags; bij elkaar; bijeen; communaal; een groep toebehorend; eenvoudig; gedeeld; gemeenschappelijk; gewoon; gezamenlijk; grof; meegevoeld; meer personen betreffend; met z'n beiden; met zijn allen; niets bijzonders; normaal; ordinair; plat; platvloers; samen; tezamen; vulgair
|
courant
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
|
alledaags; doorgaand; doorlopend; eenvoudig; gemeen; gewoon; hardlopend; hedendaags; huidig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lopend; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair; rondgaande; snellopend; stromend; tegenwoordig; van nu; van vandaag; vliedend; vloeiend; vlot
|
d'usage
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
|
gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; normaal; onedel
|
de mise
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
gewoon; normaal
|
dernier cri
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
flitsend; heet van de naald; hip; modieus; snel; trendy; vers van de pers; vlot
|
généralement admis
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; normaal; onedel
|
habituel
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
|
gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; normaal; onedel; traditiegetrouw; traditioneel; volgens de traditie
|
mondain
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
aards; flitsend; hip; modieus; mondain; profaan; seculair; snel; trendy; vlot; wereldlijk; werelds; wereldwijs
|
normal
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
|
alledaags; eenvoudig; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
|
négociable
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
bespreekbaar; verhandelbaar; verkoopbaar
|
ordinaire
|
gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
|
alledaags; alledaagse; bedriegelijk; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gefingeerd; gemakkelijk; gemeen; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; makkelijk; nagemaakt; natuurlijk; nederig; niet moeilijk; niet voornaam; niets bijzonders; onecht; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; onwaar; ordinair; plat; platvloers; simpel; vals; van eenvoudige komaf; vulgair
|
usuel
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; normaal; onedel
|
vendable
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
verhandelbaar; verkoopbaar
|
à la mode
|
courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
|
flitsend; hip; in de mode; modebewust; modegevoelig; modieus; mondain; snel; trendy; vlot; werelds
|