Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gaan varen (Nederlands) in het Frans
gaan varen:
-
gaan varen
prendre le bâteau; naviguer-
prendre le bâteau werkwoord
-
naviguer werkwoord (navigue, navigues, naviguons, naviguez, naviguent, naviguais, naviguait, naviguions, naviguiez, naviguaient, naviguai, naviguas, navigua, naviguâmes, naviguâtes, naviguèrent, naviguerai, navigueras, naviguera, naviguerons, naviguerez, navigueront)
-
Vertaal Matrix voor gaan varen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
naviguer | gaan varen | bevaren; laveren; navigeren; schipperen; varen |
prendre le bâteau | gaan varen |
Computer vertaling door derden: