Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. fundamenten:
  2. fundament:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fundamenten (Nederlands) in het Frans

fundamenten:

fundamenten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de fundamenten (grondslagen; bases)
    la fondations
  2. de fundamenten (onderbouwsels)
    le piliers
    • piliers [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fundamenten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fondations bases; fundamenten; grondslagen
piliers fundamenten; onderbouwsels pijlers; pilaren; steunpilaren

Verwante woorden van "fundamenten":


fundamenten vorm van fundament:

fundament [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het fundament (grondbeginsel; principe; uitgangspunt; )
    le principe fondamental; la base; le fondement; le principe de base; le dogme; l'axiome
  2. het fundament (bouwfundament; grondslag; fundering)
    la fondation; la base
    • fondation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • base [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. het fundament (uitgangspunt; principe; vertrekpunt; )
    le point de départ; l'idée fondamentale
  4. het fundament (uitgangspunt; vertrekpunt; grondgedachte; )
    le point de départ; l'idée fondamentale; le principe

Vertaal Matrix voor fundament:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
axiome basis; basisbeginsel; beginsel; fundament; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt axioma; dogma; geloofsartikel; grondeigenschap; grondstelling; hoofdstelling; vaststaande leerstelling
base basis; basisbeginsel; beginsel; bouwfundament; fundament; fundering; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt base; basislijn; chassis; draagvlak; gewelf; grondlijn; grondvlak; hoofdlijn; hoofdlijn in plan of verhaal; kelder; ondergrond; onderstel; thuishaven; werkvloer
dogme basis; basisbeginsel; beginsel; fundament; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt dogma; geloofsartikel; geloofsleer; kerkleer; leer; leerbegrip; leerstelling; leerstuk; lering; vaststaande leerstelling
fondation bouwfundament; fundament; fundering; grondslag fonds; gewelf; grondlegging; het stichten; instelling; kelder; oprichting; pensioenfonds; stichting; vestiging
fondement basis; basisbeginsel; beginsel; fundament; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt aanleiding; ondergrond; reden
idée fondamentale basis; basislijn; beginsel; fundament; fundering; grond; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; principe; uitgangspunt; uitgangsvorm; veronderstelling; vertrekpunt basisidee; centraal idee; grondgedachte; hoofdgedachte; kerngedachte
point de départ basis; basislijn; beginsel; fundament; fundering; grond; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; principe; uitgangspunt; uitgangsvorm; veronderstelling; vertrekpunt aanknopingspunt; aanwijzing; beginpunt; startpunt; vertrekpunt
principe basis; beginsel; fundament; grond; grondgedachte; grondslag; grondstelling; principe; uitgangspunt; vertrekpunt axioma; basisprincipe; belangrijkste principe; dogma; geloofsartikel; grondeigenschap; grondstelling; hoeksteen; hoofdbeginsel; hoofdstelling; ideologie; leus; leuze; parool; principe; spreuk; stelregel; vaststaande leerstelling
principe de base basis; basisbeginsel; beginsel; fundament; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt basisprincipe; belangrijkste principe; hoeksteen; stelregel
principe fondamental basis; basisbeginsel; beginsel; fundament; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt dogma; geloofsartikel; vaststaande leerstelling

Verwante woorden van "fundament":


Wiktionary: fundament

fundament
noun
  1. Les biens-fonds, les propriétés foncières.

Cross Translation:
FromToVia
fundament fondation; fondement foundation — that upon which anything is founded