Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. fotokopiëren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fotokopiëren (Nederlands) in het Frans

fotokopiëren:

fotokopiëren werkwoord (fotokopieer, fotokopieert, fotokopieerde, fotokopieerden, gefotokopieerd)

  1. fotokopiëren (reproduceren)
    reproduire; photocopier; copier
    • reproduire werkwoord (reproduis, reproduit, reproduisons, reproduisez, )
    • photocopier werkwoord (photocopie, photocopies, photocopions, photocopiez, )
    • copier werkwoord (copie, copies, copions, copiez, )
  2. fotokopiëren (kopieën maken)
    photocopier; polycopier
    • photocopier werkwoord (photocopie, photocopies, photocopions, photocopiez, )
    • polycopier werkwoord (polycopie, polycopies, polycopions, polycopiez, )

Conjugations for fotokopiëren:

o.t.t.
  1. fotokopieer
  2. fotokopieert
  3. fotokopieert
  4. fotokopiëren
  5. fotokopiëren
  6. fotokopiëren
o.v.t.
  1. fotokopieerde
  2. fotokopieerde
  3. fotokopieerde
  4. fotokopieerden
  5. fotokopieerden
  6. fotokopieerden
v.t.t.
  1. heb gefotokopieerd
  2. hebt gefotokopieerd
  3. heeft gefotokopieerd
  4. hebben gefotokopieerd
  5. hebben gefotokopieerd
  6. hebben gefotokopieerd
v.v.t.
  1. had gefotokopieerd
  2. had gefotokopieerd
  3. had gefotokopieerd
  4. hadden gefotokopieerd
  5. hadden gefotokopieerd
  6. hadden gefotokopieerd
o.t.t.t.
  1. zal fotokopiëren
  2. zult fotokopiëren
  3. zal fotokopiëren
  4. zullen fotokopiëren
  5. zullen fotokopiëren
  6. zullen fotokopiëren
o.v.t.t.
  1. zou fotokopiëren
  2. zou fotokopiëren
  3. zou fotokopiëren
  4. zouden fotokopiëren
  5. zouden fotokopiëren
  6. zouden fotokopiëren
en verder
  1. is gefotokopieerd
  2. zijn gefotokopieerd
diversen
  1. fotokopieer!
  2. fotokopieert!
  3. gefotokopieerd
  4. fotokopiërend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor fotokopiëren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copier fotokopiëren; reproduceren afkijken; dupliceren; falsificeren; imiteren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; multipliceren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; overschrijven; overtrekken; spieken; vervalsen
photocopier fotokopiëren; kopieën maken; reproduceren kopie trekken; kopiëren; stencilen
polycopier fotokopiëren; kopieën maken kopiëren; stencilen
reproduire fotokopiëren; reproduceren beschrijven; kopiëren; nabootsen; namaken; overbrengen; reproduceren; translateren; verdubbelen; vermenigvuldigen; vertalen; vertolken; voortplanten; weergeven

Wiktionary: fotokopiëren


Cross Translation:
FromToVia
fotokopiëren photocopier fotokopieren — eine Fotokopie von einem Schriftstück, einem Bild oder Ähnlichem anfertigen