Nederlands
Uitgebreide vertaling voor foerageren (Nederlands) in het Frans
foerageren:
-
foerageren
fourrager-
fourrager werkwoord (fourrage, fourrages, fourrageons, fourragez, fourragent, fourrageais, fourrageait, fourragions, fourragiez, fourrageaient, fourrageai, fourrageas, fourragea, fourrageâmes, fourrageâtes, fourragèrent, fourragerai, fourrageras, fourragera, fourragerons, fourragerez, fourrageront)
-
Conjugations for foerageren:
o.t.t.
- foerageer
- foerageert
- foerageert
- foerageren
- foerageren
- foerageren
o.v.t.
- foerageerde
- foerageerde
- foerageerde
- foerageerden
- foerageerden
- foerageerden
v.t.t.
- heb gefoerageerd
- hebt gefoerageerd
- heeft gefoerageerd
- hebben gefoerageerd
- hebben gefoerageerd
- hebben gefoerageerd
v.v.t.
- had gefoerageerd
- had gefoerageerd
- had gefoerageerd
- hadden gefoerageerd
- hadden gefoerageerd
- hadden gefoerageerd
o.t.t.t.
- zal foerageren
- zult foerageren
- zal foerageren
- zullen foerageren
- zullen foerageren
- zullen foerageren
o.v.t.t.
- zou foerageren
- zou foerageren
- zou foerageren
- zouden foerageren
- zouden foerageren
- zouden foerageren
en verder
- is gefoerageerd
- zijn gefoerageerd
diversen
- foerageer!
- foerageert!
- gefoerageerd
- foeragerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor foerageren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fourrager | foerageren |
Wiktionary: foerageren
foerageren
verb
-
intr|nld voer, levensmiddelen halen (verzamelen)
- foerageren → fourrage