Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. flessenhals:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flessenhals (Nederlands) in het Frans

flessenhals:

flessenhals [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de flessenhals (verkeersknelpunt; knelpunt; bottleneck)
    le point chaud; le goulot; l'embouteillage; le goulet d'étranglement
  2. de flessenhals (fleshals)
    le goulot
    • goulot [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flessenhals:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embouteillage bottleneck; flessenhals; knelpunt; verkeersknelpunt bottelarij; bottelen; colonne; file; opstopping; rij; stagnatie; stilstand; verkeersopstopping; verkeersstremming; verstopping; wegvernauwing; wegversmalling
goulet d'étranglement bottleneck; flessenhals; knelpunt; verkeersknelpunt wegvernauwing; wegversmalling
goulot bottleneck; fleshals; flessenhals; knelpunt; verkeersknelpunt wegvernauwing; wegversmalling
point chaud bottleneck; flessenhals; knelpunt; verkeersknelpunt

Verwante woorden van "flessenhals":

  • flessenhalzen

Wiktionary: flessenhals

flessenhals
noun
  1. portion de route
  2. ce qui obstrue

Cross Translation:
FromToVia
flessenhals tête de bouteille; goulot de bouteille; goulot bottleneck — neck of a bottle
flessenhals goulot neck — the tapered part of a bottle toward the opening