Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal fiscus

Vertaal fiscus van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

fiscus:
- bureau des contributions; impôts; fisc; taxes; prélèvements; impôt; perception; taxe; charge; imposition; redevances; levées; perceptions

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fiscus (Nederlands) in het Frans

fiscus:

fiscus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de fiscus (belastingdienst)
le bureau des contributions; l'impôts; le fisc; la taxes; le prélèvements; l'impôt; la perception; la taxe; la charge; l'imposition; la redevances; la levées; la perceptions
- bureau des contributions [le ~] zelfstandig naamwoord
- impôts [le ~] zelfstandig naamwoord
- fisc [le ~] zelfstandig naamwoord
- taxes [la ~] zelfstandig naamwoord
- prélèvements [le ~] zelfstandig naamwoord
- impôt [le ~] zelfstandig naamwoord
- perception [la ~] zelfstandig naamwoord
- taxe [la ~] zelfstandig naamwoord
- charge [la ~] zelfstandig naamwoord
- imposition [la ~] zelfstandig naamwoord
- redevances [la ~] zelfstandig naamwoord
- levées [la ~] zelfstandig naamwoord
- perceptions [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fiscus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bureau des contributions	belastingdienst; fiscus
charge	belastingdienst; fiscus	aanval; attaque; belasting; belastingen; bestorming; bevrachting; draaglast; druk; electrische lading; financiële last; gevoelslast; heffingen; lading; last; offensief; run; stormaanval; stormloop; transport; vracht; vrachtgoed; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
fisc	belastingdienst; fiscus	belastingen; heffingen
imposition	belastingdienst; fiscus	belastingaanslag; belastingen; heffingen; oplegging
impôt	belastingdienst; fiscus	belasting; belastingen; heffingen; overheidsbelasting; rijksbelasting; staatsbelasting; tol; wegenbelasting
impôts	belastingdienst; fiscus	belasting; belastingen; heffingen; overheidsbelasting; rijksbelastingen
levées	belastingdienst; fiscus	belastingen; heffingen
perception	belastingdienst; fiscus	aanschouwen; apperceptie; belasting; gevoel; gewaarwording; heffing; incassering; incasso; innen; inning; invordering; kosten; leges; observatie; observeren; perceptie; prikkeling; sensatie; vordering; waarneming; waarnemingsvermogen; zien; zintuiglijke gewaarwording; zintuiglijkheid
perceptions	belastingdienst; fiscus	belastingen; heffingen
prélèvements	belastingdienst; fiscus	belastingen; heffingen
redevances	belastingdienst; fiscus	belastingen; heffingen
taxe	belastingdienst; fiscus	belasting; btw; overheidsbelasting; tol; wegenbelasting
taxes	belastingdienst; fiscus	belasting; belastingen; heffingen; overheidsbelasting