Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fijnheid (Nederlands) in het Frans

fijnheid:

fijnheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de fijnheid
    la finesse; la délicatesse

Vertaal Matrix voor fijnheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
délicatesse fijnheid arglist; arglistigheid; delicatesse; discretie; doortraptheid; elegance; fijnzinnigheid; finesse; geheimhouding; gevoeligheid mbt het betamelijke; heerlijkheid; kiesheid; kieskeurigheid; lafenis; laving; lekkernij; raffinement; tact; verfijndheid; verfrissing; verkwikking; versnapering; verversing
finesse fijnheid arglist; arglistigheid; doortraptheid; elegance; finesse; geslepenheid; gewiekstheid; leepheid; linkheid; listigheid; slimheid; slimmigheid; sluwheid; spitsvondigheid

Verwante woorden van "fijnheid":


fijnheid vorm van fijn:

fijn bijvoeglijk naamwoord

  1. fijn (prettig; leuk; aangenaam; )
    chouette; amusant; agréable; drôle; sympa; aimable; de façon sympathique; marrant; charmant; agréablement; aimablement; engageant; divertissant; de manière amusante
  2. fijn (slank en smal)
    mince; délié; gracile; svelte; grêle; élancé; fluet
  3. fijn (aangenaam; prettig; lekker)
    délicieux; plaisant; agréable; aimable; amusant; confortable; avenant; agréablement; intime; conciliant; positif; accommodant; sympathique; divertissant; intimement; familier; avec satisfaction; sociable; confortablement
  4. fijn (subtiel)
    subtil; fin; délicat
    • subtil bijvoeglijk naamwoord
    • fin bijvoeglijk naamwoord
    • délicat bijvoeglijk naamwoord
  5. fijn (teer; delicaat; kwetsbaar; )
    fragile; tendre; délicat; frêle; tendrement
  6. fijn (fijngebouwd; slank; dun; tenger; rank)
    frêle; mince; fin; gracile; svelte; de taille fine; maigrichon; fragile; maigre; finement; tendre

Vertaal Matrix voor fijn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chouette domkop; dommerik; domoor; mot; steenuil; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken; woletend insekt
délié ophaal
familier gast; habitué; stamgast; vaste klant
fin afhaken; beëindiging; conclusie; eind; einde; eindigen; eindpunt; eindstreep; end; finale; finish; finishlijn; kappen; laatste opvoering; meet; ontknoping; ophouden; slot; slotbeschouwing; slotstuk; sluiting; sluitstuk; staken; uiteinde; uitscheiden
maigrichon bonenstaak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tendre aangeven; aanreiken; geven; oprekken; opspannen; reiken; rekken; spannen; strak maken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- leuk; prettig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accommodant aangenaam; fijn; lekker; prettig bereidwillig; gedwee; gehoorzaam; genoeglijk; gewillig; handzaam; inschikkelijk; meegaand; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; welwillend
agréable aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; gezellig; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; huiselijk; hulpvaardig; knus; knusjes; licht; makkelijk; niet moeilijk; plezierig; simpel; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welkom; zachtaardig
agréablement aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aardig; attent; behaaglijk; behulpzaam; comfortabel; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; gezellig; goedaardig; goedhartig; huiselijk; hulpvaardig; knus; knusjes; plezierig; tof; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
aimable aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; amicaal; attent; attractief; bedaard; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bevallig; charmant; dottig; enig; gelijkmoedig; geschikt; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kameraadschappelijk; knap; leuk; lief; minnelijk; mooi; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; schattig; snoeperig; snoezig; sympathiek; tof; vertederend; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
aimablement aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aardig; amicaal; attent; behulpzaam; bevallig; charmant; geschikt; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kameraadschappelijk; leuk; lief; minnelijk; op een aardige manier; plezierig; prettig; sympathiek; tof; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
amusant aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; amusant; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lief; lollig; olijk; onderhoudend; sympathiek; uiig; vermakelijk
avec satisfaction aangenaam; fijn; lekker; prettig
avenant aangenaam; fijn; lekker; prettig aanspreekbaar; benaderbaar; bevallig; charmant; genaakbaar; genegenheid opwekkend; innemend; lief; minzaam; open; toegankelijk; toeschietelijk
charmant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aanbiddelijk; aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; attent; attractief; begeerenswaardig; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; elegant; enig; genegenheid opwekkend; goedaardig; goedhartig; gracieus; hulpvaardig; innemend; knap; lief; lieflijk; lieftallig; minzaam; mooi; oogstrelend; plezierig; prettig; schattig; sierlijk; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
chouette aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; bevallig; dolletjes; enig; geestig; geinig; grappig; jofel; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lief; lollig; mooi; reuzeleuk; schoon; sympathiek; welgemaakt
conciliant aangenaam; fijn; lekker; prettig
confortable aangenaam; fijn; lekker; prettig aangenaam; behaaglijk; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; gerieflijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; licht; makkelijk; niet moeilijk; plezierig; senang; simpel
confortablement aangenaam; fijn; lekker; prettig aangenaam; behaaglijk; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; licht; makkelijk; niet moeilijk; plezierig; simpel
de façon sympathique aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig geschikt; tof
de manière amusante aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig
de taille fine dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger lichtgebouwd; tenger
divertissant aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig amusant; geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; onderhoudend; vermakelijk
drôle aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; humoristische; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lief; lollig; merkwaardig; olijk; ongewoon; potsierlijk; sympathiek; typisch; uiig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
délicat breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; subtiel; teder; teer; tenger; zwak bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; breekbaar; broos; delicaat; dubieus; elegant; ernstig; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; gracieus; hachelijk; heel mooi; heerlijk; hemels; kieskeurig; kostelijk; kritiek; kwestieus; kwetsbaar; lastig; lekker; mager; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; netelig; niet makkelijk; omstreden; ongemakkelijk; overheerlijk; penibel; precair; problematisch; reuzelekker; sierlijk; slap; smakelijk; spichtig; sprieterig; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; twijfelachtig; uitgelezen; verdacht; verfijnd; verrukkelijk; zalig; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar; zwak
délicieux aangenaam; fijn; lekker; prettig goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; mieters; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
délié fijn; slank en smal dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel
engageant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangrijpend; charmant; emotioneel; genegenheid opwekkend; hartroerend; hartveroverend; innemend; minzaam; ontroerend; roerend
familier aangenaam; fijn; lekker; prettig aangenaam; bekend; brutaal; familiair; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; in het voorbijgaan; informeel; knus; knusjes; losjes; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; plezierig; sociabel; stoutmoedig; terloops; tutoyerend; vertrouwd; voorlopig; vrijblijvend; vrijmoedig; vrijpostig
fin dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; subtiel; tenger adrem; arglistig; bijdehand; delicaat; doortrapt; elegant; fel; fijn van smaak; fijngevoelig; fijnzinnig; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gracieus; grievend; hanig; krenkend; kwetsend; leep; lichtgebouwd; link; listig; pinnig; raak; scherp; scherpzinnig; schrander; sierlijk; slim; slinks; sluw; snedig; snibbig; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; uitgeslapen; vinnig; vlijmend
finement dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger elegant; gevat; gracieus; scherpzinnig; schrander; sierlijk; slim; snedig; uitgeslapen
fluet fijn; slank en smal armzalig; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; lang en dun; mager; piekerig; pover; schamel; schraal; schriel; spinachtig; sprietig
fragile breekbaar; broos; delicaat; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; rank; slank; teder; teer; tenger; zwak bleekjes; breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; mager; onsolide; pips; slap; slapjes; spichtig; sprieterig; teer; tenger; wee; ziekelijk; zwak
frêle breekbaar; broos; delicaat; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; rank; slank; teder; teer; tenger; zwak armzalig; bleekjes; breekbaar; broos; fragiel; karig; kwetsbaar; mager; pips; pover; schamel; schraal; slap; slapjes; spichtig; sprieterig; teer; tenger; wee; ziekelijk; zwak
gracile dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; slank en smal; tenger dun van gestalte; mager; rank; spichtig; sprieterig; tenger
grêle fijn; slank en smal droog; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; lang en dun; mager; schraal; schriel; spichtig
intime aangenaam; fijn; lekker; prettig aangenaam; confidentieel; genoeglijk; gezellig; huiselijk; intiem; knus; knusjes; onderhoudend; plezierig; sociabel; vertrouwelijk
intimement aangenaam; fijn; lekker; prettig aangenaam; confidentieel; genoeglijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; onderhoudend; plezierig; sociabel; vertrouwelijk
maigre dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger armelijk; armoedig; armzalig; benig; berooid; droog; dun; geen vet op de botten hebbende; halfvet; iel; ingevallen; karig; laagcalorisch; lang en dun; lichtgebouwd; luizig; luttel; mager; piekerig; pover; schamel; schooierig; schraal; schriel; spinachtig; sprietig; tenger; vetarm; vetloos; weinig
maigrichon dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger heel dun; mager; spichtig; sprieterig; tenger
marrant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; geestig; geinig; grappig; humoristisch; humoristische; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lief; lollig; sympathiek; uiig
mince dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; slank en smal; tenger armzalig; berooid; droog; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; lang en dun; lichtgebouwd; mager; piekerig; pover; schamel; schraal; schriel; spichtig; spinachtig; sprieterig; sprietig; tenger
plaisant aangenaam; fijn; lekker; prettig aangenaam; aardig; amusant; attractief; bevallig; bijzonder aangenaam; charmant; comfortabel; fraai; geestig; geinig; gemakkelijk; genietbaar; geriefelijk; geschikt; goed ogend; grappig; guitig; heugelijk; heuglijk; humoristische; jofel; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lief; lollig; mooi; olijk; onderhoudend; plezierig; prettig; sympathiek; te genieten; tof; uiig; verblijdend; vermakelijk; welgevallig
positif aangenaam; fijn; lekker; prettig

Verwante woorden van "fijn":


Synoniemen voor "fijn":


Antoniemen van "fijn":


Verwante definities voor "fijn":

  1. waarvan je in een goede stemming komt1
    • ik heb een fijne jeugd gehad1
  2. van bijzondere kwaliteit1
    • fijne vleeswaren1
  3. van kleine of dunne deeltjes1
    • je moet deze kaas fijnmalen1

Wiktionary: fijn

fijn
adjective
  1. van geringe dikte
fijn
Cross Translation:
FromToVia
fijn fine; fin fine — made up of particularly small pieces
fijn très bien; génial great — great!
fijn agréable; plaisant pleasant — giving pleasure; pleasing in manner