Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. factuur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor factuur (Nederlands) in het Frans

factuur:

factuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de factuur (rekening; nota)
    – papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen 1
    la facture; l'addition; la note de frais; la note; la déclaration; le mémoire des frais

Vertaal Matrix voor factuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addition factuur; nota; rekening aaneenschakeling; aanhangsel; aantekening; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijtelling; bijvoegen; bijvoeging; bijvoegsel; completering; notitie; optelling; optelsom; samentelling; samentrekking; samenvoeging; som; supplement; suppletie; tel; tellen; toevoegen; toevoeging; toevoegsel; uitbreiding; voltooiing; vulling; vulsel; vulstof
déclaration factuur; nota; rekening aangeven; aangifte; aanschrijving; aantekening; aanzegging; declaratie; getuigenis; getuigenverklaring; het uitspreken; inklaren; inklaring; inklaringspapier; kennisgeving; melding; meningsuiting; notitie; oordeelvelling; testimonium; uiting; uitlating; uitspraak; verklaring; vonnis
facture factuur; nota; rekening aantekening; in rekening brengen; kassabon; kwitantie; notitie
mémoire des frais factuur; nota; rekening aantekening; notitie
note factuur; nota; rekening aantekening; annotatie; beoordelingscijfer; briefje; cijfer; intonatie; kattebelletje; kladbriefje; kladje; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; krabbel; krabbelbriefje; memorandum; noot; notitie; opschrijving; proces verbaal; punt; rapport; rapportcijfer; schoolcijfer; schrijfsel; timbre; toon; verklaring; voetnoot; zakelijke notitie
note de frais factuur; nota; rekening aantekening; declaratie; notitie; onkostendeclaratie
- nota; rekening

Verwante woorden van "factuur":

  • facturen, factuurtje, factuurtjes

Synoniemen voor "factuur":


Verwante definities voor "factuur":

  1. papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen1
    • deze factuur heb ik al betaald1

Wiktionary: factuur

factuur
noun
  1. een document met een beschrijving van goederen die een bedrijf (aan een ander bedrijf) geleverd heeft
factuur
noun
  1. Pièce comptable

Cross Translation:
FromToVia
factuur facture invoice — bill