Nederlands
Uitgebreide vertaling voor factureren (Nederlands) in het Frans
factureren:
-
factureren (in rekening brengen)
facturer; compter-
facturer werkwoord (facture, factures, facturons, facturez, facturent, facturais, facturait, facturions, facturiez, facturaient, facturai, facturas, factura, facturâmes, facturâtes, facturèrent, facturerai, factureras, facturera, facturerons, facturerez, factureront)
-
compter werkwoord (compte, comptes, comptons, comptez, comptent, comptais, comptait, comptions, comptiez, comptaient, comptai, comptas, compta, comptâmes, comptâtes, comptèrent, compterai, compteras, comptera, compterons, compterez, compteront)
-
Conjugations for factureren:
o.t.t.
- factureer
- factureert
- factureert
- factureren
- factureren
- factureren
o.v.t.
- factureerde
- factureerde
- factureerde
- factureerden
- factureerden
- factureerden
v.t.t.
- heb gefactureerd
- hebt gefactureerd
- heeft gefactureerd
- hebben gefactureerd
- hebben gefactureerd
- hebben gefactureerd
v.v.t.
- had gefactureerd
- had gefactureerd
- had gefactureerd
- hadden gefactureerd
- hadden gefactureerd
- hadden gefactureerd
o.t.t.t.
- zal factureren
- zult factureren
- zal factureren
- zullen factureren
- zullen factureren
- zullen factureren
o.v.t.t.
- zou factureren
- zou factureren
- zou factureren
- zouden factureren
- zouden factureren
- zouden factureren
en verder
- is gefactureerd
- zijn gefactureerd
diversen
- factureer!
- factureert!
- gefactureerd
- facturerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor factureren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compter | factureren; in rekening brengen | erbij optellen; erbij rekenen; erbij tellen; meerekenen; meetellen; rekenen; tellen; toevoegen |
facturer | factureren; in rekening brengen |
Wiktionary: factureren
factureren
Cross Translation:
verb
factureren
-
(overgankelijk) een factuur opmaken van, op een factuur vermelden
- factureren → facturer
verb
-
émettre une facture
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• factureren | → facturer | ↔ invoice — to bill |
• factureren | → facturer | ↔ fakturieren — Wirtschaft, Rechnungswesen: gelieferte Waren oder geleistete Dienste in Rechnung stellen; Waren berechnen |