Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. experiment:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor experiment (Nederlands) in het Frans

experiment:

experiment [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het experiment (proef; proefneming)
    l'expérience; l'essai; la tentative; le test
    • expérience [la ~] zelfstandig naamwoord
    • essai [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tentative [la ~] zelfstandig naamwoord
    • test [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor experiment:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
essai experiment; proef; proefneming aanslag; eindscriptie; essay; impact; inspanning; opstel; poging; probeersel; proberen; proef; proefdraaien; proefrit; scriptie; trachten; verhandeling; verslag; werkstuk
expérience experiment; proef; proefneming belevenis; beleving; bevinding; bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; ervaring; geestdrift; inspanning; meemaken van een gebeurtenis; ondervinden; ondervinding; poging; praktijk; routine
tentative experiment; proef; proefneming aanslag; doel; doeleinde; impact; inspanning; inzet; poging; proberen; streven; trachten
test experiment; proef; proefneming inspanning; poging; probeersel; proef; proefdraaien; proefwerk; repetitie; test; toets

Verwante woorden van "experiment":

  • experimenten

Wiktionary: experiment

experiment
noun
  1. proef, (uit)probeersel
experiment
noun
  1. test
  2. Épreuve instituée pour étudier la façon dont se passent les phénomènes naturels et rechercher les lois qui les régissent, en les reproduisant artificiellement.

Cross Translation:
FromToVia
experiment expérience experiment — test under controlled conditions
experiment expérimentation; expérience Experiment — (wissenschaftlicher) Versuch