Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- ervaren:
-
Wiktionary:
- ervaren → expérimenté
- ervaren → éprouver, expérimenté, apprendre
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ervaren (Nederlands) in het Frans
ervaren:
-
ervaren (ondervinden; beleven; gewaarworden; voelen)
sentir; éprouver; ressentir; subir; vivre; remarquer; s'apercevoir de-
sentir werkwoord (sens, sent, sentons, sentez, sentent, sentais, sentait, sentions, sentiez, sentaient, sentis, sentit, sentîmes, sentîtes, sentirent, sentirai, sentiras, sentira, sentirons, sentirez, sentiront)
-
éprouver werkwoord (éprouve, éprouves, éprouvons, éprouvez, éprouvent, éprouvais, éprouvait, éprouvions, éprouviez, éprouvaient, éprouvai, éprouvas, éprouva, éprouvâmes, éprouvâtes, éprouvèrent, éprouverai, éprouveras, éprouvera, éprouverons, éprouverez, éprouveront)
-
ressentir werkwoord (ressens, ressent, ressentons, ressentez, ressentent, ressentais, ressentait, ressentions, ressentiez, ressentaient, ressentis, ressentit, ressentîmes, ressentîtes, ressentirent, ressentirai, ressentiras, ressentira, ressentirons, ressentirez, ressentiront)
-
subir werkwoord (subis, subit, subissons, subissez, subissent, subissais, subissait, subissions, subissiez, subissaient, subîmes, subîtes, subirent, subirai, subiras, subira, subirons, subirez, subiront)
-
vivre werkwoord (vis, vit, vivons, vivez, vivent, vivais, vivait, vivions, viviez, vivaient, vécus, vécut, vécûmes, vécûtes, vécurent, vivrai, vivras, vivra, vivrons, vivrez, vivront)
-
remarquer werkwoord (remarque, remarques, remarquons, remarquez, remarquent, remarquais, remarquait, remarquions, remarquiez, remarquaient, remarquai, remarquas, remarqua, remarquâmes, remarquâtes, remarquèrent, remarquerai, remarqueras, remarquera, remarquerons, remarquerez, remarqueront)
-
s'apercevoir de werkwoord
-
Conjugations for ervaren:
o.t.t.
- ervaar
- ervaart
- ervaart
- ervaren
- ervaren
- ervaren
o.v.t.
- ervaarde
- ervaarde
- ervaarde
- ervaarden
- ervaarden
- ervaarden
v.t.t.
- heb ervaard
- hebt ervaard
- heeft ervaard
- hebben ervaard
- hebben ervaard
- hebben ervaard
v.v.t.
- had ervaard
- had ervaard
- had ervaard
- hadden ervaard
- hadden ervaard
- hadden ervaard
o.t.t.t.
- zal ervaren
- zult ervaren
- zal ervaren
- zullen ervaren
- zullen ervaren
- zullen ervaren
o.v.t.t.
- zou ervaren
- zou ervaren
- zou ervaren
- zouden ervaren
- zouden ervaren
- zouden ervaren
diversen
- ervaar!
- ervaart!
- ervaard
- ervarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
ervaren
expérimenté; qualifié; entraîné; habile-
expérimenté bijvoeglijk naamwoord
-
qualifié bijvoeglijk naamwoord
-
entraîné bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ervaren:
Verwante woorden van "ervaren":
Synoniemen voor "ervaren":
Verwante definities voor "ervaren":
Wiktionary: ervaren
ervaren
Cross Translation:
adjective
-
bekwaam door ervaring
- ervaren → expérimenté
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ervaren | → éprouver | ↔ experience — to observe or undergo |
• ervaren | → expérimenté | ↔ experienced — having experience |
• ervaren | → apprendre | ↔ learn — to come to know; to become informed of; to find out |