Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. eruit nemen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eruit nemen (Nederlands) in het Frans

eruit nemen:

eruit nemen werkwoord (neem eruit, neemt eruit, nam eruit, namen eruit, eruit genomen)

  1. eruit nemen
    enlever; ôter
    • enlever werkwoord (enlève, enlèves, enlevons, enlevez, )
    • ôter werkwoord (ôte, ôtes, ôtons, ôtez, )

Conjugations for eruit nemen:

o.t.t.
  1. neem eruit
  2. neemt eruit
  3. neemt eruit
  4. nemen eruit
  5. nemen eruit
  6. nemen eruit
o.v.t.
  1. nam eruit
  2. nam eruit
  3. nam eruit
  4. namen eruit
  5. namen eruit
  6. namen eruit
v.t.t.
  1. heb eruit genomen
  2. hebt eruit genomen
  3. heeft eruit genomen
  4. hebben eruit genomen
  5. hebben eruit genomen
  6. hebben eruit genomen
v.v.t.
  1. had eruit genomen
  2. had eruit genomen
  3. had eruit genomen
  4. hadden eruit genomen
  5. hadden eruit genomen
  6. hadden eruit genomen
o.t.t.t.
  1. zal eruit nemen
  2. zult eruit nemen
  3. zal eruit nemen
  4. zullen eruit nemen
  5. zullen eruit nemen
  6. zullen eruit nemen
o.v.t.t.
  1. zou eruit nemen
  2. zou eruit nemen
  3. zou eruit nemen
  4. zouden eruit nemen
  5. zouden eruit nemen
  6. zouden eruit nemen
en verder
  1. ben eruit genomen
  2. bent eruit genomen
  3. is eruit genomen
  4. zijn eruit genomen
  5. zijn eruit genomen
  6. zijn eruit genomen
diversen
  1. neem eruit!
  2. neemt eruit!
  3. eruit genomen
  4. eruit nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor eruit nemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enlever eruit nemen aanwrijven; achteroverdrukken; afhalen; afnemen; afplukken; afrukken; afscheuren; benemen; beroven; beroven van; beschuldigen; bestelen; blameren; depriveren; erafhalen; gappen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; inpikken; jatten; kapen; kidnappen; kwalijk nemen; laken; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegstelen; legen; loshalen; lospeuteren; losplukken; meenemen; naar buiten halen; nadragen; ontfutselen; ontkleden; ontnemen; ontvoeren; ontvreemden; ophalen; pikken; plukken; plunderen; roven; ruimen; schaken; snaaien; stelen; te kort doen; toeëigenen; uitdoen; uitgommen; uithalen; uitkleden; uitnemen; uittrekken; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; vlakken; voor de voeten gooien; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; wegsnijden; wegsteken; wegstoppen; wegvegen; wissen
ôter eruit nemen achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; nemen uit; ontfutselen; ontkleden; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; uitdoen; uitkleden; uitlichten; uitnemen; uittrekken; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken

Verwante vertalingen van eruit nemen