Preposition | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
à
|
|
te
|
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
de
|
|
van
|
en
|
|
van
|
sur
|
|
bij; te; ter; via
|
à
|
|
bij; te; ter; van; via
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
au-dessus
|
bij; erbij; erop
|
boven; bovenop; bovenuit; daarboven; dichtbij; erboven; erbovenuit; in de buurt; nabij; nabijgelegen; over; overheen; vlakbij
|
dans
|
bij; erbij; erop
|
binnen; binnen een tijdsspanne; in; te
|
de
|
bij; erbij; erop
|
aan; in; per; te; uit; van de zijde van; vanaf; vanaf deze plaats; weg
|
dessus
|
bij; erbij; erop
|
boven; bovenop; erboven; over
|
en
|
bij; erbij; erop
|
aan; daarvan; ergens naartoe; ernaar; ertoe; ervan; hiervan; in; naar; te
|
là
|
bij; erbij; erop
|
aldaar; daar; daarginds; daarheen; die kant uit; ginder; ginds
|
sur
|
bij; erbij; erop
|
aan; rins; wrang; zurig; zuur; zuur smakend
|
y
|
bij; erbij; erop
|
aldaar; daar; daaraan; daarbinnen; daarin; daarnaar; erin; ernaar; ernaartoe; ertoe
|
à
|
bij; erbij; erop
|
aan; daaraan; ergens naartoe; in; naar; naar toe; te; toe; à
|
à côté de
|
bij; erbij; erop
|
daarnaast; daarnevens; ernaast; langs; langszij; naast; opzij; opzij van
|