Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- er vandoor gaan:
-
Wiktionary:
- er vandoor gaan → déguerpir
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor er vandoor gaan (Nederlands) in het Frans
er vandoor gaan:
er vandoor gaan werkwoord (ga er vandoor, gaat er vandoor, ging er vandoor, gingen er vandoor, er vandoor gegaan)
-
er vandoor gaan (er tussenuit knijpen)
échapper à; ficher le camp; filer; lever l'ancre; se faire la paire-
échapper à werkwoord
-
ficher le camp werkwoord
-
filer werkwoord (file, files, filons, filez, filent, filais, filait, filions, filiez, filaient, filai, filas, fila, filâmes, filâtes, filèrent, filerai, fileras, filera, filerons, filerez, fileront)
-
lever l'ancre werkwoord
-
se faire la paire werkwoord
-
Conjugations for er vandoor gaan:
o.t.t.
- ga er vandoor
- gaat er vandoor
- gaat er vandoor
- gaan er vandoor
- gaan er vandoor
- gaan er vandoor
o.v.t.
- ging er vandoor
- ging er vandoor
- ging er vandoor
- gingen er vandoor
- gingen er vandoor
- gingen er vandoor
v.t.t.
- ben er vandoor gegaan
- bent er vandoor gegaan
- is er vandoor gegaan
- zijn er vandoor gegaan
- zijn er vandoor gegaan
- zijn er vandoor gegaan
v.v.t.
- was er vandoor gegaan
- was er vandoor gegaan
- was er vandoor gegaan
- waren er vandoor gegaan
- waren er vandoor gegaan
- waren er vandoor gegaan
o.t.t.t.
- zal er vandoor gaan
- zult er vandoor gaan
- zal er vandoor gaan
- zullen er vandoor gaan
- zullen er vandoor gaan
- zullen er vandoor gaan
o.v.t.t.
- zou er vandoor gaan
- zou er vandoor gaan
- zou er vandoor gaan
- zouden er vandoor gaan
- zouden er vandoor gaan
- zouden er vandoor gaan
diversen
- ga er vandoor!
- gaat er vandoor!
- er vandoor gegaan
- er vandoor gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor er vandoor gaan:
Wiktionary: er vandoor gaan
er vandoor gaan
verb