Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- engheid:
-
eng:
- étroit; serré; restreint; étroitement; petitement; juste; tout juste; avec peu d'espace; petit; étouffé; ténu; limité; étouffant; pressant; louche; angoissant; sinistre; lugubre; qui donne le frisson; macabre; à faire frémir; de façon sinistre; menaçant; effrayant; horrible; précaire; terrifiant; précairement; horrifiant; épouvantable; alarmant; inquiétant
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor engheid (Nederlands) in het Frans
engheid:
-
de engheid (engdenkendheid)
Vertaal Matrix voor engheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mesquinerie | engdenkendheid; engheid | armzaligheid; karigheid; kleinigheid; poverheid; schamelheid; schraalheid; snuisterij |
étroitesse | engdenkendheid; engheid | engte; kleinheid; nauwheid; smalheid; smalte |
Verwante woorden van "engheid":
eng:
-
eng (met weinig ruimte; nauw; krap)
étroit; serré; restreint; étroitement; petitement; juste; tout juste; avec peu d'espace-
étroit bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
restreint bijvoeglijk naamwoord
-
étroitement bijvoeglijk naamwoord
-
petitement bijvoeglijk naamwoord
-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
tout juste bijvoeglijk naamwoord
-
avec peu d'espace bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng (van geringe breedte; nauw; smalletjes; smal)
étroit; serré; petit; restreint; étouffé; ténu; étroitement; limité; étouffant; pressant; petitement-
étroit bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
petit bijvoeglijk naamwoord
-
restreint bijvoeglijk naamwoord
-
étouffé bijvoeglijk naamwoord
-
ténu bijvoeglijk naamwoord
-
étroitement bijvoeglijk naamwoord
-
limité bijvoeglijk naamwoord
-
étouffant bijvoeglijk naamwoord
-
pressant bijvoeglijk naamwoord
-
petitement bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng (griezelig; sinister; akelig)
louche; angoissant; sinistre; lugubre; qui donne le frisson; macabre; à faire frémir; de façon sinistre-
louche bijvoeglijk naamwoord
-
angoissant bijvoeglijk naamwoord
-
sinistre bijvoeglijk naamwoord
-
lugubre bijvoeglijk naamwoord
-
qui donne le frisson bijvoeglijk naamwoord
-
macabre bijvoeglijk naamwoord
-
à faire frémir bijvoeglijk naamwoord
-
de façon sinistre bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng (dreigend)
menaçant; effrayant; horrible; précaire; angoissant; terrifiant; précairement-
menaçant bijvoeglijk naamwoord
-
effrayant bijvoeglijk naamwoord
-
horrible bijvoeglijk naamwoord
-
précaire bijvoeglijk naamwoord
-
angoissant bijvoeglijk naamwoord
-
terrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
précairement bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng (beangstigend)
terrifiant; effrayant; lugubre; sinistre-
terrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
effrayant bijvoeglijk naamwoord
-
lugubre bijvoeglijk naamwoord
-
sinistre bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng (angstaanjagend; beangstigend)
horrifiant; angoissant; terrifiant; épouvantable; qui donne le frisson-
horrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
angoissant bijvoeglijk naamwoord
-
terrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
épouvantable bijvoeglijk naamwoord
-
qui donne le frisson bijvoeglijk naamwoord
-
-
eng (angstaanjagend; schrikwekkend; griezelig; angstwekkend; schrikaanjagend; vreeswekkend; vreesaanjagend)
horrifiant; angoissant; terrifiant; épouvantable; alarmant; inquiétant-
horrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
angoissant bijvoeglijk naamwoord
-
terrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
épouvantable bijvoeglijk naamwoord
-
alarmant bijvoeglijk naamwoord
-
inquiétant bijvoeglijk naamwoord
-