Nederlands
Uitgebreide vertaling voor een poets bakken (Nederlands) in het Frans
een poets bakken:
een poets bakken werkwoord (bak een poets, bakt een poets, bakte een poets, bakten een poets, een poets gebakken)
-
een poets bakken (malligheid uithalen; dollen; streek uithalen; gekscheren; schertsen; grappen; gekheid uithalen)
blaguer; faire le fou; badiner; jouer un tour à; batifoler; folâtrer-
blaguer werkwoord (blague, blagues, blaguons, blaguez, blaguent, blaguais, blaguait, blaguions, blaguiez, blaguaient, blaguai, blaguas, blagua, blaguâmes, blaguâtes, blaguèrent, blaguerai, blagueras, blaguera, blaguerons, blaguerez, blagueront)
-
faire le fou werkwoord
-
badiner werkwoord (badine, badines, badinons, badinez, badinent, badinais, badinait, badinions, badiniez, badinaient, badinai, badinas, badina, badinâmes, badinâtes, badinèrent, badinerai, badineras, badinera, badinerons, badinerez, badineront)
-
jouer un tour à werkwoord
-
batifoler werkwoord (batifole, batifoles, batifolons, batifolez, batifolent, batifolais, batifolait, batifolions, batifoliez, batifolaient, batifolai, batifolas, batifola, batifolâmes, batifolâtes, batifolèrent, batifolerai, batifoleras, batifolera, batifolerons, batifolerez, batifoleront)
-
folâtrer werkwoord (folâtre, folâtres, folâtrons, folâtrez, folâtrent, folâtrais, folâtrait, folâtrions, folâtriez, folâtraient, folâtrai, folâtras, folâtra, folâtrâmes, folâtrâtes, folâtrèrent, folâtrerai, folâtreras, folâtrera, folâtrerons, folâtrerez, folâtreront)
-
Conjugations for een poets bakken:
o.t.t.
- bak een poets
- bakt een poets
- bakt een poets
- bakken een poets
- bakken een poets
- bakken een poets
o.v.t.
- bakte een poets
- bakte een poets
- bakte een poets
- bakten een poets
- bakten een poets
- bakten een poets
v.t.t.
- heb een poets gebakken
- hebt een poets gebakken
- heeft een poets gebakken
- hebben een poets gebakken
- hebben een poets gebakken
- hebben een poets gebakken
v.v.t.
- had een poets gebakken
- had een poets gebakken
- had een poets gebakken
- hadden een poets gebakken
- hadden een poets gebakken
- hadden een poets gebakken
o.t.t.t.
- zal een poets bakken
- zult een poets bakken
- zal een poets bakken
- zullen een poets bakken
- zullen een poets bakken
- zullen een poets bakken
o.v.t.t.
- zou een poets bakken
- zou een poets bakken
- zou een poets bakken
- zouden een poets bakken
- zouden een poets bakken
- zouden een poets bakken
diversen
- bak een poets!
- bakt een poets!
- een poets gebakken
- een poets bakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze