Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dun (Nederlands) in het Frans
dun:
-
dun (geen vet op de botten hebbende; mager; schraal; iel; schriel)
-
dun (van geringe dichtheid; ijl)
-
dun (fijngebouwd; slank; tenger; fijn; rank)
frêle; mince; fin; gracile; svelte; de taille fine; maigrichon; fragile; maigre; finement; tendre-
frêle bijvoeglijk naamwoord
-
mince bijvoeglijk naamwoord
-
fin bijvoeglijk naamwoord
-
gracile bijvoeglijk naamwoord
-
svelte bijvoeglijk naamwoord
-
de taille fine bijvoeglijk naamwoord
-
maigrichon bijvoeglijk naamwoord
-
fragile bijvoeglijk naamwoord
-
maigre bijvoeglijk naamwoord
-
finement bijvoeglijk naamwoord
-
tendre bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor dun:
Verwante woorden van "dun":
Synoniemen voor "dun":
Antoniemen van "dun":
Verwante definities voor "dun":
dunnen:
-
dunnen (minder talrijk maken; decimeren)
décimer; épuiser-
décimer werkwoord (décime, décimes, décimons, décimez, déciment, décimais, décimait, décimions, décimiez, décimaient, décimai, décimas, décima, décimâmes, décimâtes, décimèrent, décimerai, décimeras, décimera, décimerons, décimerez, décimeront)
-
épuiser werkwoord (épuise, épuises, épuisons, épuisez, épuisent, épuisais, épuisait, épuisions, épuisiez, épuisaient, épuisai, épuisas, épuisa, épuisâmes, épuisâtes, épuisèrent, épuiserai, épuiseras, épuisera, épuiserons, épuiserez, épuiseront)
-
Conjugations for dunnen:
o.t.t.
- dun
- dunt
- dunt
- dunnen
- dunnen
- dunnen
o.v.t.
- dunde
- dunde
- dunde
- dunden
- dunden
- dunden
v.t.t.
- ben gedund
- bent gedund
- is gedund
- zijn gedund
- zijn gedund
- zijn gedund
v.v.t.
- was gedund
- was gedund
- was gedund
- waren gedund
- waren gedund
- waren gedund
o.t.t.t.
- zal dunnen
- zult dunnen
- zal dunnen
- zullen dunnen
- zullen dunnen
- zullen dunnen
o.v.t.t.
- zou dunnen
- zou dunnen
- zou dunnen
- zouden dunnen
- zouden dunnen
- zouden dunnen
diversen
- dun!
- dunt!
- gedund
- dunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor dunnen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
décimer | decimeren; dunnen; minder talrijk maken | uitdunnen; wegkappen |
épuiser | decimeren; dunnen; minder talrijk maken | aan kracht inboeten; afbeulen; afjakkeren; afmatten; afsloven; moe maken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; ploeteren; sappelen; slopen; sloven; uitdunnen; uitputten; verdorsten; vermoeien; verslappen; verzwakken; wegkappen; zich afsloven; zwak worden; zwakker worden; zwoegen |